99x gelezen

Records zijn er om gebroken te worden

Maar zelden is het zo dat door wie of wat ook maar gevestigde records het echt lang uithouden. Er is vroeg of laat altijd wel iets of iemand in staat om een record te breken.

En dat hoeft helemaal niet te betekenen dat het om verbeteringen in positieve zin gaat. Laagte- of diepterecords kunnen soms ook nog aan gruzelementen.

Hoe het ook zij, records hebben de eigenschap om te sneuvelen.

Je hoort overigens ook wel over behoorlijk oude topprestaties waaraan tot op de dag van vandaag niemand meer heeft kunnen tippen.

Bijvoorbeeld in de atletiek waar sinds 1980 acht vrouwen en twee mannen nog een wereldrecord in handen hebben. Van de vrouwen noem ik Florence Griffith-Joyner, die in 1988 zowel de 100 als de 200 meter “op de brommer” aflegde.

De vrouw ook die kunstzinnige senioren zich nog wel zullen herinneren als de sprintster met de vurig beschilderde suuuperlange nagels. Ook in de zwemsport wemelt het nog van in olim gezwommen toptijden. En in het voetjebal?

De mensen in deze tak van sport zijn blijkbaar gek op het bijhouden van “meeste”-lijstjes: van verdiensten, rode kaarten, meeste interlands, kampioenschappen tot aan meeste of meest bizarre doelpunten en nog veel meer.

Ik memoreer hier maar het feit dat “ons aller rood en wit” nog steeds de meeste landskampioenschappen koestert (36). Op forse afstand gevolgd door PSV.

Verwacht mag worden dat Eindhoven Amsterdam niet snel zal achterhalen; mits treurseizoenen zoals 23/24, met enige tijd zelfs een laagterecord op de stand, geen standaard worden.

Terug naar deze week waar AMVJ-Voetbal zich kon verheugen in een nieuw record over de laatste 10 jaar. Het betrof het aantal leden dat de moeite had genomen om de jaarlijkse ALV (Algemene Ledenvergadering) met een bezoek te vereren.

Bij mijn weten is het, tenzij er stront aan de knikker is, geen hobby van leden om deze statutair verplichte bijeenkomst bij te wonen.

Vele jaren hiervoor kon de meeting dan ook aan de bar worden afgehandeld.

Maar afgelopen donderdag kwamen acht leden de spiltrap naar de tweede verdieping van het clubgebouw opgeklauterd om van het bestuur de verschillende verslagen over het reilen en zeilen van ons club aan te horen, de staat van de financiën te aanschouwen en een voorstel over de contributie te behandelen. En dat zonder enige stront aan de knikker.

Weliswaar werd er af en toe pittig van reliek gediend. Zeker toen er van de kant van het bestuur een paar opmerkingen werden gemaakt over de toch wat toenemende verruwing. In de samenleving, die ook in het voetbal is te merken.

Conclusie: alertheid is geboden, ondanks dat het bij ons nog om een enkel incident gaat. Daarin zal AMVJ dus geen (bedenkelijke) recordhouder worden.

Nog een puntje uit het verslag van voorzitter Lex van Hees: de uittocht van zo’n 20 leden van de selectie en van de coach aan het eind van vorig seizoen; en de gevolgen daarvan.

Dat alles kwam toch als een plotselinge – kleine maar heftige – tsunami over ons heen.

Gevolg: de nieuwe debuterende coach Daan van Hees kreeg het direct stevig voor de kiezen. Hij slaagde er toch in tijdig een groep van 22 man om zich heen te verzamelen; deels uit het voormalige tweede team en een aanzienlijk aantal nieuwe en “onbezoldigde” mannen van buiten. (Dat ‘van buiten’ was niet de oorspronkelijke bedoeling, maar nood breekt nou eenmaal wetten.)

Hoewel er collectief best hard en goed wordt getraind en veel oefenpotjes afgewerkt, was het duidelijk dat er niet onmiddellijk een swingende machine op het veld zou staan.

Toch was de start van de competitie niet echt slecht. Tegen het gevreesde AFC werd op de valreep net verloren; na nota bene een voorsprong werd de ploeg ook het slot tegen KDO noodlottig, DWS was nog een maatje te groot, Tegen de koploper SDZ werd pas 5 minuten voor tijd helaas nog net geen puntje gehaald.

Allerwegen binnen de club was die laatste pot aanleiding om, gezien de sprit, werklust en collectieve strijdwijze, een opwaartse lijn te mogen veronderstellen. En die zou dan vanmiddag verder gestalte moeten krijgen bij het aloude Wartburgia.

Dat werd een regelrechte teleurstelling. Alle zojuist genoemde ingrediënten, waar dit team in opbouw het van moet hebben, bleken in de kleedkamer te zijn achtergelaten.

Het deed af en pijn aan je ogen hoe slap en onnauwkeurig er met bal en tegenstander werd omgegaan. De thuisploeg kreeg vanaf het beginfluitje van de scheids van dienst, de heer A. Maudhah, alle vrijheid om naar hartelust te combineren.

Bij balverlies van hun kant was Bordeauxrood genegen om de bal weer snel in hun bezit te brengen. En verdedigend werd er soms laconiek aandoend geprutst.

Dus was het na 8 minuten al raak voor de thuisploeg. Chaos in de AMVJ verdediging na een ingooicorner was voldoende voor de 1-0.

Dankzij het feit dat de Wartburgianen opgelegde kansen bleven missen en kiep Mo enkele lekkere reddingen produceerde, bleef het tot rust bij die kleine achterstand.

Van AMVJ zijde heeft de kiep van de thuisclub in de eerste helft niemand gezien; laat staan de bal.

Het zal wel even gedonderd hebben in de kleedkamer van de gasten, want direct na rust werd er plots wat meer druk gezet op de tegenstander. En was het doel af en toe echt een doel geworden.

Maar net toen er een idee bij me opkwam van: “het kan toch….”, werd door klungelig verdedigen het vuurtje toch alweer snel gedoofd (2-0).

Belangrijkste manco voordien en in de rest van de pot was het ergerlijke gebrek aan “samen”. Sommige mannen waren er gewoon niet bij, of deden alsof.

Wissels brachten – op een na – geen extra push, en verdedigend was het “open door”.

En zo werd door een beter (gemaakt) Wartburgia in het restant nog (slechts) twee keer gescoord (4-0).

En tot slot: een klein hoeraatje; de enige echte vloeiende aanval van Bordeauxrood eindigde met een messcherpe voorzet van rechts waardoor spits Roarie O’Connel in de blessuretijd de verdiende nederlaag nog een klein beetje kon opfleuren.

Conclusie: vijf nederlagen op rij, 0 punten en een vracht aan tegendoelpunten is een laagterecord dat ondergetekende, met toch een aanzienlijk aantal vlieguren bij de club, zich niet kan herinneren. Niet erg, maar wel als de houding van de groep zo blijft als deze moeilijk te verteren middag.

Het kan beter – dat hebben stukken van vorige potjes aangetoond – maar dan moet het wel krachtiger, mannelijker en collectiever dan vandaag.

Twee weken hard trainen met z’n allen, elkaar stimuleren in plaats met vingertjes wijzen, en pedanterie in de wastas. Dus vanaf nu: aan een nieuw record (naar boven) gaan bouwen. Want het huidige moet van de kaart.

Julie coach helpen, die er nog steeds in geloof heeft:

en dat doet ook

Dirk