184x gelezen

Over andere tijden voetbal, egocentrisme en pure onbaatzuchtigheid

Naarmate uw chroniqueur van de lotgevallen van zijn Bordeauxrood – in leeftijd afgemeten – een jaartje ouder wordt, gaat het in onderonsjes met generatiegenoten onwillekeurig frequenter over “vroeger“.

En dan hoor je maar al te vaak gepalaver in de trant van: “Ja, dat waren nog eens tijden, alles was beter”; of het nou om voetbal gaat, gemeenschapszin, politiek of andere thema’s, die het dagelijks leven van toen beheersten……

Als babyboomer van vlak na die afzichtelijke 2e Wereldoorlog, maakte ik als opgroeiende jongeling weliswaar veel en snelle ontwikkelingen mee op vooral technisch, economisch en medisch terrein.

Maar om nou te zeggen dat “mijn kijk op mijn wereld” er een was van pure vreugde, veiligheid en vrede, is een ander verhaal.

Ik kan daar nu wel allerlei voorbeelden van geven, maar dat gaat een impressie over een middagje voetbal in hardvochtig hondenweer verre te boven.

Eentje dan om dicht bij huis te blijven: de vraag of voor – aan het spelletje verknochte -senioren het voetballen van toen beter en leuker was; en of trainen en spelen absolute voorrang hadden boven wat voor verplichtingen dan ook, wordt in veel gevallen door heel wat oudjes volmondig met een vette “ja” bekroond.

En dat geldt ook voor de gehechtheid aan clubs waar je voor speelde.

Ik vind het allemaal best, maar onderken ook dat het beter is om de vanzelfsprekende manier om in die tijden met elkaar in en rond het voetbal om te gaan te typeren als: “anders dan nu” (en daar mag je wat mij betreft het woord “volslagen” aan toevoegen).

Want als “alles was beter dan nu” het hardnekkige credo blijft, is het resultaat een regelrechte veroordeling en negatieve bejegening van wat in deze “moderne dagen” op het oude netvlies verschijnt. En kan je als negatief kritische ouwe knar niet meer met plezier en met je toch langjarige ervaring meedoen en haakt af (of wordt afgehaakt).

Natuurlijk staat het een ieder vrij om de verschillen te zien met toen en dat zijn er nogal wat. Maar weet dat het wel de feiten zijn en het resultaat van de haast supersonische veranderingen van denken en doen in vrijwel alle sectoren van de maatschappij.

Paar lichtbeelden uit de voetballerij in mijn tijd.

Wij waren als eerste team van de club supertrots op een gratis trainingsjackje van Sporthuis Klotz.

En het was een pure luxe om op woensdagmiddag samen te kunnen trainen onder leiding van de onvergetelijke Jos Pelk op het AMVJ complex dat toen nog in het Amsterdamse Bos lag.

Het verschil met nu is dat in onze 3e klasse contreien gewerkt wordt met een trainersstaf, een materiaalmens en een gesponsorde wedstrijduitrusting. Wij trainden in het eigen kloffie en daar moet tegenwoordig ook voor worden gezorgd voor de boys.

In de loop der tijden is ook in de “lagere” klassen het belonen van spelers geen uitzondering gebleven. Het is een feit, maar gelukkig nog geen gemeengoed geworden in de kringen van “amateurs” (=liefhebbers toch?).

Een gevolg is dat de hechting aan een club bij de topteams vaak afwezig is (let wel: ook nog geen gemeengoed gelukkig).

De tijd dat voor heel velen de voetbaltijd begon en eindigde bij een en dezelfde vereniging lijkt ook voorbij. Jammer, maar daar kun je met elkaar als bestuur en leden nog wel wat aan doen.

Ware het niet dat de mensen tegenwoordig door heel wat “moeten en willen” het clubleven en het spelen in een team bepaald geen prioriteit meer geven.

Egocentrisme in de letterlijke zin van: “ík in het midden”, met al zijn maatschappelijke, sociale, familiale en ouderlijke plichten en met volle bucketlisten als wensen, laat zich voor clubs en teamsporten als voetbal danig gelden.

Bovendien is “tijdgebrek” een veelgehoord argument om “helaas nee” te zeggen op de vraag om vrijwillig iets voor de club te willen betekenen.

Een feit waarin gerichte wervingsacties en een goed georganiseerde (beperkte) taakinzet nog wel het nodige soelaas kunnen bieden. (In het voetbal kennen wij niet zoiets als verplicht vrijwilligerschap van ouders.)

Omdat mettertijd een simpele voetbalvereniging toch verwante trekken heeft gekregen van een bedrijf(je), zijn het geven van vrijwilligersvergoedingen een middel geworden om de leemten in de organisatie op te vullen. Bij AMVJ uitgegroeid tot een forse post op de jaarlijkse begroting.

Ja, de tijd van allemaal pure vrijwilligers is niet meer en daar heb je als bestuur (jong en ouder) wel mee te dealen als iemand die wordt gevraagd voor een bepaalde taak de wedervraag stelt: “en wat schuift dat?”.

Ze zijn er gelukkig nog wel die pure aan de club gebakken vrijwilligers. Bij AMVJ maar ook bij de tegenstander van vanmiddag: SCW in Rijsenhout. Koester ze!

Ik werd ontvangen door een van die echte vrijwilligers, die de club letterlijk rijk is. Met Kasper Silvius, een aardige 72-er die er al 50 jaar heeft opzitten als onder meer onderhoudsman, kwam ik in gesprek over thema’s die hierboven door mij werden aangestipt.

Over “niet beter” maar “anders” dan in onze tijd waren we het snel eens. Over de zaken die in het nu een belangrijke rol spelen in het runnen van een club: idem dito.

Dus je zal ons niet horen dat vroeger alles beter was.

Wel dat we in tijd dat we als voetballer actief waren tegen elkaar moeten hebben gevoetbald. Want hij had op de plek gekiept waar AMVJ opereerde en ik wist nog dat SCW aan het Konnetlaantje was gevestigd.

Toeval bestaat niet zullen we maar zeggen over deze gave ontmoeting.

Voor ik kort nog overga naar het potje voetbal wil ik in Kasper graag alle onbaatzuchtige vrijwilligers belonen met een virtuele maar zeer verdiende schouderklop.

Vrienden van SCW, doen jullie dit live bij deze kanjer? Dank!

Dan naar de regen en de storm die het verblijf langs het kunstgras er niet echt prettig op maakte. De beschutting van het nog in aanbouw zijnde nieuwe clubgebouw van de gastheren ontbrak helaas.

Ik hoopte van harte dat de kou en nattigheid een beetje verdreven zou worden door het resultaat van de intense bespreking met de groep afgelopen week.

Helaas werd het alweer snel 1-0 voor de thuisclub na een slecht verdedigde corner, waardoor de m.i. kleinste man van SCW koppend kon scoren.

Maar na die vroege domper worstelde het team van Daan van Hees zich naar een beter niveau. Hetgeen mij tot de coach deed mompelen: “Als ze dit kunnen volhouden, zou ik je wel weer eens kunnen interviewen na afloop”.

Ik had het nog niet uitgesproken of Vince Vlasman werd wegens een overtreding tegen de doorgebroken spits door de streng maar rechtvaardig fluitende scheids Blommesteijn met rood bestraft.

Wat met 11 man al een lastige klus zou zijn geworden, werd nadat de 2-0 na 25 minuten was geschonken en de 3 en 4-0 rap volgden, helemaal een mission impossible toen Ilias el Farissi wegens een te harde overtreding ook met direct rood werd verwijderd (42e minuut).

Logische ruststand 4-0.

Het pleit voor de 9 overgebleven mannen, dat ze na een rappe 5-0 vlak na het begin van het tweede bedrijf bleven strijden om de score binnen de perken te houden.

Dat lukte in drie gevallen niet, zodat de eindstand ook wederom een helaas vertrouwd beeld te zien gaf (8-0).

Daarmee werd het eerste deel afgesloten met het puntenaantal aan het begin van de competitie.

Dir is ook een feit dat ik in mijn jaren bij de club nog niet heb meegemaakt. Maar er is altijd wel iets dat voor de eerste keer ervaren moet worden.

Niet over zeurpieten, maar gewoon hopen dat het tweede deel in ieder geval ook voor de coach en zijn spelers in ieder geval de nodige punten oplevert.

Iedereen een mooi kerst, vast een fijne jaarwisseling en een beloftevolle winterstop gewenst door

Dirk