Er zijn van die dagen dat een mens na het wakker worden vrij snel merkt dat het geen “go-with-the-flow”etmaal dreigt te worden. Zo’n dag leek het leven ook voor uw chroniqueur van de wederwaardigheden van de huidige koploper in 3B in petto te hebben.
Niks ging er op rolletjes; mijn net opgeladen elektrische tandenborstel gaf er compleet de brui aan, de fles met badschuim maakte vreemde capriolen in mijn handen en zo werd de douchevloer zo glad als een egaal bevroren ijsvloer. Het aantrekken van ondergoed, normaal een soepele actie, verliep nu tot struikelens toe chaotisch.
Mijn iPad die een nacht tot de nok toe opladen achter de rug had moeten hebben, bleek nog immer in de rode zone te vertoeven, hetgeen later het invoeren van de grens, de basis-elf en wissels bij Wedstrijdzaken tot een stroperige aangelegenheid maakte.
Beneden gekomen werd de dagelijkse routine van een handvol medicijnen innemen – met twee stents in je lijf is dat voorschrift – getorpedeerd door eerst op de grond langdurig te moeten zoeken naar uit de band gesprongen pilletjes. Vervolgens ging de dagelijkse Sudoku de mist in en glipte de eerste koffie van de dag van de bank af.
Nu heb ik de laatste jaren geleerd om die “tegenstroom” tenminste neutraal te verwerken, maar een lekker begin van de dag is toch andere (ontbijt)koek.
De wekelijkse processie naar de plaatselijke grootgrutters verliep daarna vrij soepel, tot de betaalautomaat, die blijkbaar protest had aangetekend tegen onze goed gevulde en met timmermansoog samengestelde voedselkrat. Want er kwam een alleraardigste bediende met grof geschut controleren of wij “per ongeluk” waren vergeten een of meer prijsstickers tegen de elektronische verklikker te houden. Wij hoefden niet in de handboeien; gelukkig maar, want dat maakte het mogelijk om de krat weer een beetje op orde te krijgen.
Vervolgens op naar het tankstation, want op zo’n dag wil je ook niet nog ergens een kannetje ongelood 95 op de kop moeten tikken omdat de batterij op en de tank leeg is. Maar ook daar liep het niet zo soepel als gebruikelijk. Ik zal u de details besparen, maar toen ik eindelijk met een bijna volle tank richting Loopveld kon was, om in voetbaltermen te blijven, bijna een eerste helft verstreken.
En na daarna alle rode stoplichten plichtmatig te hebben ondergaan, was er toch iets in mij van: “laat de dag a.u.b. opnieuw beginnen…”
Maar die genade bleek op het thuiscomplex nog niet voorhanden.
Allereerst heerste er bij de coaches van Eén de nodige onrust en zorg, want hun mannen waren volgens het wedstrijdschema tot het spelen op gewoon (hobbel)gras veroordeeld. En dat was tegen het zere been, omdat het juist op het kunstgras steeds zo lekker ging…
Nou was dat op de thuisbasis niet altijd het geval (zie impressies van eerdere potjes) maar met de match van vorige week uit op het kunstgras van Legmeervogels nog scherp op het netvlies, was er iets voor te zeggen. Maar ja, op dat veld stond om dezelfde tijd de wedstrijd van Vrouwen1 geprogrammeerd. Heel gedoe over prioriteiten en veronderstelde voorrang.
Maar een vriendelijk verzoek aan coach en aanvoerster van de dames om te switchen, werkte louterender dan het ietwat al te egoïsche denken van de teamleiding van Bordeauxrood. Met dank aan de vrouwen, kon AMVJ 1 dus bewijzen dat ze op deze ondergrond opnieuw “de ballen uit de broek zouden ballen”.
Tegen TOB, dat weliswaar niet zo hoog op de ladder staat maar vorige week wel DWS op een nederlaag trakteerde.
Door de topdrukte op de drie velden van de thuisclub kon het echter gebeuren dat er onder leiding van de kleine maar kordaat ogende Cynthia van Kruiselbergen pas een half uur later kon worden begonnen dan gepland stond. “Was dat in de prutpot tegen Hoofddorp ook niet zo?”, waarschuwden mijn grijze cellen.
En nadat een uit de startblokken geschoten thuisploeg het bestond om binnen tien minuten toch gauw een stuk of vijf doelrijpe kansen om zeep te helpen, hoorde ik diezelfde cellen bijna zeurderig cynisch herhalen: “was dat tegen Hoofddorp ook niet zo?” Het was al steenkoud maar ik kreeg er extra rillingen van over mijn rug. “Het zal toch niet….?”
Maar helaas, de geschiedenis bleef zich herhalen, want na die explosie van overmacht, zakte het spelpeil van AMVJ zienderogen tot onder het vriespunt. En hielp zo de tegenstander om moed te vatten en zelf ook wat aan voetballen te gaan doen. Veel leverde dat nog niet op, behoudens een enkel schot vanaf de zijkant dat maar net langs het doel vloog.
AMVJ bleef volharden in een te trage opbouw dat tot te veel balverlies leidde. En de doelpogingen die er dan nog kwamen, leverden door slechte afronding niets op.
Totdat Max Krake, hij weer, vlak voor rust eindelijk de ban leek te breken, want de scheids wees kordaat naar het midden (1-0). TOB-spelers gingen echter alsnog met haar in debat en één van hen blijkbaar erger dan dat, want die kon met rood direct vertrekken.
Maar desalniettemin wisten de anderen haar te bewegen om toch contact op te nemen met de goede heer v.d. Hoort, de grens, die al die tijd als bevroren met zijn vlagje omhoog was blijven staan. Blijkbaar had hij overtuigend bewijs te leveren dat het echt buitenspel was, want de arm van de referee naar de middenstip veranderde in een arm omhoog; en toen waren Max Krake en zijn maatjes weer een doelpunt armer. (Rust 0-0.)
De verkleumde AMVJ zijlijn meende dat het, ondank deze merkwaardige tegenslag, na de thee toch een koud kunstje moest zijn om tegen 10 man de zaken snel te klaren en niet weer zoals twee weken daarvoor van een zeer koude kermis thuis te komen. Maar dat pakte aanvankelijk en lange tijd anders uit.
Blijkbaar had het genoten voordeel van de brilstand en de hete thee de ledematen van de tegenstander goed gedaan, want ze vochten als leeuwen tegen een wel aanvallender maar toch redelijk TOBbend AMVJ. De wet dat het tegen tien soms lastiger ballen is dan tegen elf deed ook vandaag opgeld.
Als er al een doorkomen aan was werden ook de mooiste kansen weer onbenut gelaten. Tot een vijftien minuten voor de weer erg lange speeltijd Max Krake, ja hij toch weer, de kostbare drie punten in Amstelveen leek te houden (1-0).
Dat gebeurde dan ook wel, maar het pleit voor de bezoekers dat ze, gedecimeerd en wel, alles probeerden om nog iets aan de stand te doen. Dat het tot tweemaal toe bijna lukte kon je aan het billenknijpen in de AMVJ-dug-out figuurlijk en aan het gejuich na het eindsignaal letterlijk horen.
Slotakkoord: Dat het tussen de bedrijven door wel steeds wat feller werd tussen beide ploegen, is een feit. Maar om nou te zeggen dat het allemaal vreselijk uit de hand liep en de teams er met in totaal 8 kaarten (3 om 5) nog genadig afkwamen, ging vriend en vijand toch veel te ver: “het was er de wedstrijd niet naar….”
Die conclusie werd immers vriendelijk keuvelend al wandelend naar kleedkamer en kantine samen getrokken. En voor ondergetekende dat de volledige herhaling van de prutpot (zie boven) net op tijd was gestopt.
Verder: het kunstgras blijkt dus ook geen heilige grond te zijn; zeker niet als het behoorlijk glad is….. Er was zelfs een Kumar Kid die in de rust van oordeel was dat er vandaag beter op gewoon gras gebald had kunnen worden…..
Want, ondanks de aardige geste van Vrouwen1: het was vandaag op de andere onderlaag bepaald niet al te best. Maar met drie punten in een werkwaardig en overall matig gespeeld potje, toch weer koploper blijven schijnt je dan blijkbaar toe te komen.
En dat alles klopte naar het oordeel van coach Kumar:
En daarmee kreeg een tegendraads begonnen dag toch nog een meevallend vervolg, ook voor een immer positief kritische
Dirk