Trouwe lezers van mijn impressies weten dat ik in de loop der jaren vrijwel nooit iets schreef bij de bekerpotjes die AMVJ 1 aan het begin van het seizoen afwerkte. Eén keer heb ik dat wel gedaan toen Lowlands alle selectiespelers richting Biddinghuizen opzoog, zodat de club genoodzaakt was om het derde elftal te verzoeken om tegen een eersteklasser op te tornen. Daar voldeden die boys met veel moed en inzet aan, verloren weliswaar fors, maar verdienden toch een bordeauxrode lauwerkrans voor het redden van “de eer van de club”.
Na mijn openingszet van vorige week over de naweeën van Corona, was ik ook niet van zins om de gewoonlijk als oefenpotjes beschouwde bekersessies iets van mijn typetijd te gunnen. Maar dit keer maak ik een korte uitzondering voor de eerste bekerpartij tegen HBC uit Heemstede. Niet vanwege het feit dat het om oude -AMVJ 1922- en zeer oude -HBC 1902- clubs gaat, zij zich beiden afficheren als “de leukste clubs uit……..”, of spelen in de tweede klasse (zij het op zaterdag resp. zondag). Nee, de reden is dat zich voor de neutrale toeschouwer een waar spektakelstuk maar voor de bordeauxrode zijlijn een schier sullige soapopera ontrolde. Eéntje die op deze fraaie na-zomerdag, ook de biljartlaken groene grasmat annex het tot dan toe rustieke en nog volop in veelkleurig groen getooide Loopveldcomplex rauwelijks uit hun Coronaslaap wekte.
Want beste vrienden van binnen en van buiten: hoe besta je het om gedurende het eerste bedrijf in no time en met het nodige élan soepeltjes en met fraaie goals een 3-0 voorsprong op te bouwen, vervolgens de vijandelijke “torpedo-keeper” met rood naar de kleedkamer zien vertrekken, daarna haast achteloos de tien overgebleven strijders van een plots begeesterd HBC in het verdere verloop tot 3-3 te laten terugkomen, met kunst-en vliegwerk toch weer op voorsprong te komen (4-3), maar vlak voor tijd de tegenstander uit te nodigen om een corner alsnog vrijuit koppend tot een nieuwe gelijkmaker om te buigen, om tenslotte in de absolute dying seconds dankbaar gebruik te maken van de door de scheids van dienst geboden mogelijkheid om van de penaltystip een nauwelijks verwachte en ook niet erg verdiende zege te boeken. (5-4).
Achter de compacte samenvatting in deze overigens zwaar uit de hand gelopen zin, gaat een bizarre ouverture in het eggie voor de Kumarkids schuil, die zijn weerga in mijn grijze cellen niet kent; behalve misschien toen een toenmalig Eerste in een negen minuten durende blessuretijd tegen Amstelveen Heemraad een 0-2 nog omboog tot een gelijkspel. Vraag het Marcel Havermans van AH er maar op na; die heeft er na al die tijd nog steeds de naweeën van…..) Natuurlijk waren er verklaringen voor dit hoogst merkwaardige, soms koddige, maar dan weer tot ergerlijke jeuk aanleiding gevende optreden van Eén. Zo ontbraken er maar liefst ELF reguliere selectiemannen op het appel. Blessures en vakanties enz. waren hier de grote boosdoeners. De bank van coach Kumar was dan ook maar karig bezet en werd nog aangevuld met Tim Ouwehand uit Twee.
Dat het afwezigheidssyndroom-een trouwe metgezel overigens van deze selectie door de jaren heen- leidde tot een geïmproviseerde basisopstelling, die met het wisselen een steeds geïmproviseerder aanblik bood was het logische gevolg Maar desondanks was er in aanleg nog best voldoende voetballende kwaliteit over, zo dacht ik. “Anders kom je toch niet met redelijk gemak op zo’n riante voorsprong?”. Maar dat hersenspinsel werd door het team te velde tegen tien tegenstanders de vergetelheid in gebald.
Hersenloze Hotseknots in plaats van een beetje rondspelend gogme heerste in de tweede helft. Evenals het gemor over een aantal beslissingen van de scheids van dienst. (maar uiteraard niet over de pingel die de goede Ferit Akkaya in de laatste seconde mee gaf…… ).
Nog één opmerking bij deze bizarre start: een compliment voor de manier waarop tegenstander HBC na rust in de goede zin van het woord te keer ging en hoe zij AMVJ gedecimeerd maar gedecideerd het vuur met verdubbelde inzet na aan de vermoeide ogende schenen legde.
Een puntje voor die oprechte moeite had het best mogen opbrengen van
Dirk