Vandaag kwam ik er weer eens achter dat toeval niet bestaat.
Over het begrip “toeval” bestaan veel opvattingen. Bibliotheken over volgeschreven. Sommigen verklaren het tot een onzinnige uitspraak, anderen beweren te weten dat het wel degelijk zo is dat “iets geen toeval is”. Ik behoor tot die laatste categorie.
Mijn ervaring is dat, als je er oog voor hebt, twee ogenschijnlijk volkomen verschillende gebeurtenissen op verschillende tijdstippen wel degelijk een zinvol verband kunnen hebben.
Voor u nu afhaakt, het gaat ook over voetbal.
Want u weet zo langzamerhand wel dat ik stukjes rond en niet alleen over voetbal probeer te maken.
Soms vallen bepaalde ingevingen zomaar “op de mat”; soms duurt het enige tijd voordat zich een thema aandient.
Maar vandaag bekroop me na de wedstrijd van Bordeauxrood tegen KDO het gevoel van volsagen “leegte”.
Ik zei tegen onze onvolprezen voorzitter Lex van Hees, die elke keer ook trouw mijn frutsels publiceert: “Ik denk dat ik je vanavond niet zal lastig vallen met ‘een stukkie’. Ik weet bij God niet waar ik het over moet hebben na die pot van vandaag.” Hij kon het zich voorstellen, want hij had ook naar die pot zitten kijken.
Ook na een korte maar toch weer lekkere nazit met een andere en even aardige Lex (van der Horst), trainer van KDO, wilde er maar niets opborrelen. Zelfs niet toen er bij het weggaan plots twee politiewagens door de poort van het Loopveld kwamen om polshoogte te nemen over een incident op het tweede veld waar onze aloude glorie (45+) werd geconfronteerd met een zich misdragende tegenstander met losse vuistjes.
Dat had natuurlijk een gebeurtenis kunnen zijn, die moest plaatsgrijpen om mij te buiten te kunnen gaan aan thema’s als verruwing van de maatschappij, de immer korter wordende lontjes enzovoort.
Maar die verbinding was aan mij niet besteed als zinvol toeval. Meer nog als zin- en hersenloos gedoe van een voetballend mens op middelbare leeftijd.
Thuisgekomen vlijde ik mij onder een dekentje voor de TV om een beetje bij te komen van de kou langs de lijn; en in de hoop dat ik lekkere sport zou aanschouwen die me op een idee zou brengen. Dat deden technisch begaafde, razend rondscheurende shorttrackers op hun kleine baantje helaas ook niet.
Onwillekeurig gingen mijn gedachten terug naar de vrijdagavond, waar ik nog een deel van het 25e Sportgala (“de kampioenen-huldiging”) kon bijwonen.
Daar hoorde ik dat de vaste presentator van dat evenement, tevens drijvende kracht achter de omroep 1Amstelveen en van het voor voetballend Amstelveen en omgeving populaire sportprogramma “de Acht van Amstelveen”, was verkozen tot “de vrijwilliger van het jaar”. Prachtig, een tikkie ontroerend en volkomen terecht vond ik het, dat Mathijs Groenewoud die waardering kreeg.
Ik dacht nog: “daar kan toch geen mens schouderophalend stoïcijns onder zijn gebleven”.
En pats, daar had ik mijn verbinding. Want “toevallig” had ik diezelfde avond tijdens een andere meeting het boek De Dagelijkse Stoïcijn cadeau gekregen.
Het bevat 366 overpeinzingen over wijsheden die een mens kan benutten om een goed leven te leiden. Elke dag een pagina met uitspraken, gedachten, ingevingen die wijze mannen, veelal filosofen maar ook een enkele keizer, vanaf zo’n 220 jaar v Chr. aan de wereld cadeau deden.
Wees gerust, ik zal u niet vermoeien met een exegese van hun leer, maar weet dat die Stoïcijnen* bepaald niet als “koele kikkers” een vorm van denken, doen en keuzes maken aanbevolen die overeenkomen met betekenissen die heden ten dage ook aan het woord worden toegekend, zoals: ongevoelig, onbewogen, koel, koud, onverschillig, onverstoorbaar, flegmatiek. Integendeel en kort gezegd, centraal stond bij deze wijzen: “Accepteer wat je niet kunt veranderen, stem je waarnemingen daarop af, handel dan op de juiste (rechtvaardige) wijze en richt je wil op keuzes die je de wijsheid schenken om een goed leven te leiden”.
*Stoïcijns is overigens afgeleid van het Griekse woord Stoa, dat zuilengang of waranda betekent. Het was de plek waar Stoïcijnen hun “hartverwarmende” leer verkondigden. En heeft dus inhoudelijk weing met de bovengenoemde betekenissen van doen.
De lessen van deze “wijze oldtimers” kunnen net zoals van andere “verlichten” ook vandaag de dag nog goed van pas komen. Ik heb me voorgenomen om elke dag zo’n stukje te lezen in het vertrouwen dat het stap voor stap verder bijdraagt aan mijn ontdekkingstocht naar de werkelijke zin van het dagelijks leven. Want tussen iets willen – “oké zijn” – en dat ook voelen ligt vaak nog een wereld van verschil.
Ik moet bekennen dat mijn Ego-tje met al zijn geconditioneerde “oude rommel” nog zo af en toe danig opspeelt.
Vooral komt dat naar boven tijdens het bekijken van een potje voetbal van ons aller Ajax (oeroud supporter) en ook van het eerste van AMVJ (oeroude mopperkont genaamd).
Dat toeval niet bestaat werd nog eens benadrukt door het feit dat in het boek het stukje van deze dag (8 februari 2025) onder de kop: “Kreeg je er een beter gevoel van?” mij adviseerde om eens na te gaan of uitbarstingen van emotie, klagen, verhit raken en andere karaktergebreken ertoe leiden dat ik mij daarna beter voel.
Welnu, het verloop van de wedstrijd tussen de Hees horde en de gasten uit De Kwakel was van een vreemd soort gehalte; zodat ik achteraf ruiterlijk moest toegeven dat mijn voornemen – om als een Stoïcijn op mijn stoeltje naast de super sup Ton te blijven waarnemen en doen – toch al weer snel omsloeg in betrokken emotie.
Dus ook gewoon stoïcijns – in de koele, flegmatieke zin – blijven kijken naar een pot tussen twee goedwillende maar vrij pover opererende teams, lukte al niet snel meer.
Met de bijna verrassing tegen AFC nog vers in the pocket, zagen de eerste minuten er voor de thuisclub nog best aardig uit. Collectief en waar mogelijk aanvallend. Maar toen na 10 minuten dom balverlies op een domme plek vrije doortocht gaf aan de tegenpartij, die een matige afronding toch in de touwen zag eindigen, was de vroege domper er ook weer.
En toen precies 10 minuten later de verdediging van Bordeauxrood weer te treuzelend optrad, zeilde de 0-2 over alles en iedereen heen. De mopperkont was nu klaar wakker.
Het pleit voor het team dat de moed niet meteen werd opgegeven. Sommige aanvallen mochten er best zijn, maar er waren ook nog te veel momenten van onnodig balverlies.
Bovendien was er ook wel de nodige pech, die een hoopvolle aansluiting tegenwerkte.
Na rust (0-2) was AMVJ voetballend zelfs beter, maar zorgde de afwerking voor pijn aan de ogen.
KDO stichtte met lange ballen en snelle spitsen ook wel het nodige gevaar, maar het scoorde niet.
Het breekpunt lag 20 minuten voor tijd.
De scheids van dienst, die de pot vrij laconiek -zeg: stoïcijns – leidde zag een overduidelijke overtreding van twee “scharende” tegenstanders over het hoofd en het balverlies dat daarop volgde leverde een makkelijke 0-3 op.
De laatste 20 minuten moesten helaas in stoïcijns flegmatieke toestand worden aanschouwd. In de laatste 12 minuten werd KDO als het ware uitgenodigd om nog drie keer scoren, waar tussendoor Ruarie O’Connel nog een eretreffer mocht produceren (1-4).
Zo kwam een weer bizar einde (1-6) aan een wedstrijd waardoor ondergetekende weer eens herkende dat toeval niet bestaat en de les die hij kreeg voorgeschoteld tot de conclusie leidde dat de Stoïcijn in hem ook niet stoïcijns kon blijven kijken; en dat het dus tobben blijft om tijdens een wat vreemde wedstrijd lang “in de wijze mood” te blijven.
Een in dit opzicht leerzame competitie is dus nooit weg voor de ontdekkingstocht van
Dirk