Een doordeweekse zaterdag heeft bij uw chroniqueur van de omzwervingen van het door mij tot Hees-horde omgedoopte AMVJ 1 een uiterst simpel en op zich weinig uitdagend stramien.
Eerst een uurtje koffiedrinken bij een goede vriendin, waarbij we het letterlijk hebben over de zin van het leven op onze zo gepijnigde aardkloot; en waarbij gelukkig toch steeds de conclusie is:“zin hebben in en zin geven aan je leven”.
Misschien dat ik daar later nog wel eens op terugkom, maar voor nu gaat het over mijn zaterdagse handel en wandel.
Vervolg is de wekelijkse processie naar de gretige grootgrutter, de niet te vermijden kaas- en nootjeswinkel en als het moet steekt mijn lieve eega nog even “haar lont in het Kruitvat” (nb. “lont” is geen spelvout).
Met een krat aan voedzame en nuttige investeringen en een bloemetje of plantje gescoord in de kiosk van de goede Jonas thuisgekomen, is het tijd om met een sudoku’tje uit het ochtendblad van Het Parool de tanende grijze massa weer een tikkie op scherp te zetten (ik merk steeds vaker dat ik de ellendeberichten oversla en me tot de Punten-kolom van Henk Spaan en de sportberichten beperk; maar dat terzijde).
Als de goede Daan van Hees op tijd is uitgepuzzeld over zijn basis en mij zijn oplossing toestuurt breng ik die vast op de wedstrijdzakenapp van de bond in en kijk wie deze als leidsman heeft aangesteld; en soms ook even naar de stand loer om te zien hoe de tegenstander van die dag het tot nu toe heeft gedaan. (Tja, voor Bordeauxrood hoef ik dat helaas (nog)niet te doen.)
Daarna is het wel zo’n beetje tijd om richting het voetbalveld te vertrekken, alwaar de “match of the day” plaatsgrijpt. Vandaag was dat het Loopveld, maar daarover straks.
En na afloop en soms een interviewtje weer naar huis, meestal stilletjes peinzend over wat er nu weer uit het toetsenbord mag rollen. En dan weer na een uurtje of wat moeten vaststellen dat er toch weer een verhaaltje naar voorzitter Lex gaat, die altijd ook nog bereid is om deze digibeet te helpen door voor publicatie te zorgen.
Om ten slotte onderuitgezakt het voetbal op hoog niveau en andere topsport te aanschouwen.
Een kleine rimpeling in het patroon is, wanneer zoonlief en ik ons op bevel van de competitieleider richting Arena moeten bussen om te zien of “ons aller… jeweetwel” nog wat stabieler is geworden, ongeacht de kracht van de tegenstander.
Maar soms maakt het leven mijn doodgewone zaterdag tot een regelrechte uitdaging.
In het kort: telefoontje van de buren tijdens de AH-processie: “de elektra is uitgevallen en dat duurt tenminste tot in de middag”. Om vast te stellen dat bij thuiskomst alle draadjes blijkbaar weer aan elkaar waren geplakt.
Mis: want na in het al pikkedonker (17.15 uur) mijn retourritje te hebben voltooid, stonden er twee grote bestelbussen van Liander op het woonerf, sierde een rij vrolijke knipogende theelichtjes achter ons raam een voor de rest door kaarslicht haast zwoel romantisch getooide huiskamer.
Buiten zwoegden mannen onder een verblindend schelle werklamp in een door een aangerukte graaflorrie succesvol gegraven – en aan het alleen zichtbare hoofd van één der werkers af te meten behoorlijk diepe – kuil waarin zich het storende euvel bleek te bevinden. Duidelijk was dat het hier niet ging om een routineklusje dat “op afstand” valt te verhelpen. Deze poging tot herstel duurde dan ook al vanaf het moment dat ik mijn hielen richting Loopveld had gelicht. En ons huis was uiteraard niet het enige waar de koelkast zijn best deed om het voedsel “binnen te houden”.
Tijdens zo’n akkefietje wordt een mens zich plots weer eens bewust hoe gehecht je bent aan een werkend stopcontact. Ik kan ze wel gaan opnoemen maar als u er even bij stilstaat vliegen de toepassingen ook u door het brein. Voor ondergetekende betekende het o.a.: “geen verbinding met het netwerk”, met alle beperkingen van dien. En blind typen is een gave die ik nu node mistte.
Om een uur of acht werd de boel weer in het licht gezet en gingen de Liander-mannen onder applaus van mijn eega op weg naar een hopelijk rustiger restant van de zaterdag.
Maar ja, mijn laptop had er na zo’n lange onderbreking blijkbaar bijna satanische zin in om allerlei hersteltrucs voor te schotelen aan iemand die toch al lijdt aan een forse dosis digibeetsie. Uiteindelijk ben ik er zelf uitgekomen (klein egoïstisch schouderklopje), maar waarschijnlijk leest u pas morgen het eindresultaat……
Terug naar het voetbal, waar de wedstrijd van AMVJ tegen RKDES op het programma stond. Guur, grijs weer en een weer eens hobbelige grasmat vormden de entourage voor een treffen tussen de rode lantaarndrager en een degelijke middenmoter.
Er heerste blijkbaar het nodige optimisme bij de thuisploeg, want de kostbare maar professionele geluidsinstallatie liet zich weer eens van een lekkere muzikale kant horen.
In het clubhuis was het best toeven in een aardige Sinterklaasambiance, zij het dat de spanning wat toenam toen er vanuit de catacomben zorgelijk werd geïnformeerd “of scheids Bol al was gearriveerd”. Hetgeen de goede Steef Schelling tot het advies aan mij bracht: ”Dirk ga eens buiten staan en keihard roepen: “BOL punt Com!”
Aangezien ik niet meteen afgevoerd wilde worden naar een opvangtehuis voor dwalende geesten heb ik deze grap niet uitgevoerd en bovendien verscheen de heer Bol niet lang daarna. Evenals onze supersupporter Ton de Veij was hij het slachtoffer van “filepijn” die de automobilist nu vrijwel elk weekend wordt voorgeschoteld door een ook nog beroerd informerend “van A naar Slechter…”.
Maar goed, met minieme vertraging kon het potje door deze vrij laconieke maar goed fluitende ref. worden vrijgegeven.
Blijkbaar hebben coaches van tegenstanders inmiddels allemaal gemerkt dat het vaak loont om tegen AMVJ vanaf acquit de druk er op te gooien. Want het gekrijs van “door, door, door” vanaf bank en te velde moet tot op het complex van het Aalsmeerse RKDES te horen zijn geweest.
In vergelijking met de smeekbede “druk, druk, druk” die we bij AMVJ in vroeger tijden gewend waren, van een zelfde monotone kwaliteit, maar helaas ook vandaag weer in negatieve zin voor de thuisclub een realiteit.
Want toen de goede Ton (zie boven) zich op het stoeltje naast mij had gezet, was het alweer raak na vier minuten door een volledig toekijkende laatste linie inclusief kiep (0-1).
De bezoekers bleven doorgaan met …… en kregen ook regelmatig weer te vrije doortocht. Maar ze scoorden ondanks een paar karakteristiek verdedigende capriolen de volgende 25 minuten niet.
Van de gastheren nauwelijks wat te melden als het om mogelijkheden en/of kansen ging. Het was cynisch gezegd een beetje wachten op de volgende goal van de gasten.
Tussen Ton en mij ontspon zich dan ook zo’n dialoog die strijk en zet is in het toneelstuk: “Wachten op Godot”; een absurd toneelstuk, waarin twee zwervers tevergeefs wachten op een zekere Godot, een persoon die nooit zal komen. Tijdens het wachten voeren ze bizarre conversaties.
Cynisch, want het is toch niet normaal om als AMVJ adept te wachten op weer een goal van de tegenstander, terwijl die van je eigen cluppie niet “komt opdagen”. Maar de voorspellende waarde van die woorden werden jammer genoeg keiharde waarheid.
We waren blij met 25 minuten doelpuntloosheid toen de uitspraak: het wordt tijd voor….. de voorsprong van de bezoekers bleek te verdubbelen (0-2). En zo werd het op dezelfde manier 0-3 na 42 minuten en bijna gewoontegetrouw 0-4 twee minuten daarna (rust).
We spraken af om na de thee te stoppen met deze flauwekul. En blijkbaar hielp dat ook een beetje mee. Want hoe goed was het om vast te stellen dat de boys van Daan van Hees ondanks die suf opgelopen achterstand toch de moed konden opbrengen om zich qua inzet van een veel betere kant te presenteren dan in het eerste bedrijf.
Het was een teken dat met echte strijd leveren in ieder geval meer mogelijkheden worden geschapen dan moedeloosheid en misbaar ten toon te spreiden na iedere verkeerde pass of balverlies. Het bleef daarom lange tijd – soms met kunst en vliegwerk – bij de ruststand en het was jammer dat dit niet werd beloond door “de nul” te houden in de tweede vijfenveertig.
In de 70e minuut kwam de eindstand op het bord (0-5). En gelijk het toneelstuk bleef het voor Bordeauxrood “Wachten op (een) Goal” die maar niet wilde komen.
Analyseren laten we over aan het hardwerkende stafteam, maar dat er in potentie toch meer inzit dan tot nu toe is getoond, is een gevoel dat niet is uit te bannen bij
Dirk,
die hoopt dat op een normalere zaterdag dan deze ook te zien gebeuren.
Nb een kort interview met de aardige coach van RKDES, Siver, wordt meegenomen in de volgende aflevering van De Acht… van 1Amstelveen.
D