Over Pijlmannen, “ome” Frans en voetbal
Soms werkt het goede leven mee en wordt een impressie over een potje voetbal als het ware op een presenteerblaadje aangereikt.
En zo was het deze zonovergoten fris-gure zaterdagmiddag ook weer eens op het Loopveld.
Trouwe lezers weten inmiddels wel dat men voor omvattende precisieverslagen van onder meer de Bordeauxrode verrichtingen te velde beter bij de goede Joachim van der Marck van HAV terecht kan.
Waarschijnlijk staat er bij het digitaliseren van mijn schrijfsel al zo’n sportjournalistiek verantwoord relaas- met foto’s- van zijn hand op deze onvolprezen site. (graag tot volgende keer, Joachim!)
Uw chroniqueur moet het dus meer hebben van synchrone omgevingsfactoren die bij toeval oppoppen rond een match van de Kumarkids.
De entourage rond thuiswedstrijd tegen de aloude rivaal uit het gelijknamige Buitenveldert was er zo eentje om de nostalgisch vingers bij af te likken.
En nu was mijn goede vriend Frits (zoals Henk van Dorp hem altijd op tv duidde) Barend niet eens aanwezig. “De ijzeren Rinus” van Buitenveldert met wie ondergetekende in de oudheid menig voetbalrobbertje uitvocht, blijkt op zijn zeventigste het balletje nog steeds niet te kunnen missen.
Wie er naast leiders en spelers van het elftal van de bezoekers wel was: “Ome” Frans van der Lugt
een van die clubiconen, van wie de naam goudgerand in de annalen van een vereniging zijn gebeiteld.
Aanvankelijk beende hij een beetje verloren en een tikkie korzelig rond in het aan restauratie lijdende clubhuis van AMVJ; vergeefs op zoek naar een ontvangstruimte. Maar in de nazit was alles weer “ouwe jongens krentenbrood” en kwamen met bier en bittergarnituur ook de mooie verhalen over vroeger en nu over de campingtafel.
Een mooie man met een hart van goud voor zijn cluppie.
Maar voordat ik via de nazit de brug maak naar de wedstrijd, eerst nog iets over de opmaat naar dit stevige maar faire voetbalgevecht tussen twee wilskrachtige ploegen.
Trouwe lezers weten ook dat ik in deze stukjes alleen -in mijn ogen- goed presterende referees met naam en toenaam vermeld; maar voor vandaag maak ik daarop een uitzondering. Laat het me uitleggen.
Aangezien de opvang van de scheids van dienst tot een van mijn taakjes behoort, mocht ik deze middag voor het eerst in mijn receptieve loopbaan de heer A.(ndré) Pijlman begroeten.
En die naam riep uit de spelonken van mijn brein herinneringen op uit mijn jeugd toen ik in het Olympisch Stadion frequenteerde. Eerst op staanvak S of T en later riant zittend op vak PQ waarvoor ik ruil voor een banderol om een aanplakbiljet voor 35 cent een kaartje kreeg.
De sigarenboer op de hoek van de Zeilstraat van wie ik die “bonusrol” vaak kreeg heb ik daarvoor als dank voor altoos een plekje in het hemels walhalla toebedacht
In het OS speelden toen om de beurt Blauwwit en DWS hun thuiswedstrijden.
De naam André Pijlman was voor mij nagelvast geklonken aan de betere jaren van het toen roemruchte DWS.
En laat nou scheids Pijlman de zoon zijn van de stoere verdediger Pijlman uit mijn historie.
En geloof het of niet: “die ouwe” (vocabulaire van de scheids) Pijlman was er ook deze middag als trouwe metgezel van zijn nu fluitende (en vroeger ook aardig ballende) zoonlief.
In het praatje dat ik met senior maakte, kwam een stoet van oude voetbalcoryfeeën in ijltempo langs. Mannen als Daan Schrijvers, Rinus Israël, Jan Jongbloed (voor -ook jeugdige- luisteraars naar Noord-Holland Sport van Leo Driessen toch geen onbekende, hoop ik) Josje Vonhoff, Arie de Oude, Huub Lenz, Frits Flinkevleugel, Dick Schenkel, Rob Rensenbrink defileerden, begeleid door met Amsterdamse humor doorspekte verhalen een nostalgisch half uurtje langs onze tafel.
Prachtige bescheiden humorvolle man, met een zoon die de pot tussen AMVJ en Buitenveldert bekwaam in de Amsterdamse hand hield.
En daarmee heb ik dan toch nog het grasveld betreden dat weliswaar niet van een biljartlakenkwaliteit was, maar desalniettemin na de vorst- en sneeuwdagen prima te bespelen was.
Maar waar kunstgrasadepten, zoals onze Buitenveldertse vrienden toch de nodige moeite mee hadden. Meer dan de grasgetrouwe thuisploeg. Die weet daar toch beter mee om te gaan, zo bleek deze pot.
In tegenstelling tot de eerste ontmoeting op KG., waar Bordeauxrood op een weliswaar geflatteerde, maar niet minder veelzeggende grote nederlaag was getrakteerd (5-1), was het nu minstens gelijkwaardig. Met de Loopvelders als duelgretiger partij.
Dat leidde dan ook verdiend naar een voorsprong via een fraaie voorzet van Dennis Frijn en een even lekker gekopte afronding door youngster Daan van Hees.
Gedurende de rest van de eerste helft bleef AMVJ wat dreigender zonder echter tot verder scoren te komen. Dat deden ook de gasten niet en dus viel er tijdens de thee weinig te klagen voor R&N. (zie vorige bijdragen voor de namen van dit ijzeren duo). 1-0.
De tweede helft hetzelfde spelbeeld. Niet erg fraai, maar wel gedreven.
Van weerszijden veel gezonde agressie, met AMVJ als meest kansrijk in de zestien.
Maar toen twee tot drie zeer opgelegde vrije en potbeslissende kansen werden gemist, werd het twintig minuten voor tijd toch nog gelijk. Zal je altijd zien. (1-1)
En toen ook direct na die treffer een balletje dat huppelend over de vijandelijke doellijn alsnog drie punten voor AMVJ dreigde op te leveren, door een bekwame sliding van een Buitenveldertse defenseur net naast werd getikt, mocht coach Kumar een tikkie chagrijnig vaststellen dat twee dure punten onnodig waren ingeleverd in deze op zich best aardige en energieke vertoning van zijn pupillen.
Mazzeltje achteraf: voor de tweede periode had dit puntverlies, gezien de overige uitslagen nog geen dramatische gevolgen.
Dus kan de ploeg ook volgende week weer net zo energiek aan de bak als deze in totaal mooie middag voor
Dirk