397x gelezen

Over Monni(c)kenwerk en Sisyfusarbeid…

Mijn goede oma, die overigens al heel lang geleden het aardse met het hemelse verruilde, was een kei in het debiteren van spreekwoorden en het spreken in analogieën. “

Zo zei ze eens tegen mij: “ Tsjonge, tsjonge jongske, die pogingen van jou om je examens te halen lijken wel op Sisyfusarbeid.
Voor wie niet direct weet wat dat laatste inhoud, heel in het kort het volgende:
Sisyfus was in de Griekse oudheid stichter en koning van Korinthe; een gezagdrager met een groot ego die het bestond om hoogstpersoonlijk de goden te verzoeken.
Daarvoor werd hij uiteraard zwaar gestraft.
De koning werd (uiteindelijk) gedood en moest in de hel als straf een loodzwaar rotsblok een berg opsjouwen; waarna het brok ellende uit eigen beweging weer naar beneden donderde en de goede ziel dus steeds weer opnieuw moest gaan sjorren. De onophoudelijke uiterst kwellende Sisyfusarbeid was een feit.
Met die examens van mij is het overigens toch nog goed gekomen, maar het was, zoals oma ook vaak zei: “een fraai voorbeeld van Monnikenwerk”.
Ook hier weer een korte verklaring: als iemand een intensieve klus moet doen, die vergeefse moeite lijkt en weinig tot niets oplevert, wordt die inspanning vaak vergeleken met werkjes die in vroeger tijden aan kloostermonniken werden opgedragen teneinde de dagelijkse ledigheid toch een beetje te vullen.

Wat dit palaver over oma en oude tijden met de start van de tweede competitiehelft van de Kumar Kids tegen lijstaanvoerder Monnickendam te maken heeft?
Vrijwel niets en toch alles.
Natuurlijk was de naam van de tegenstander een link naar de klus die Bordeauxrood voor de kiezen kreeg.
En hoewel de monnikskapen en-pijen ver te zoeken waren, monnikenwerk werd het wel voor Eén!
Ook hoefden er op het kille maar zonovergoten Loopveld geen “zware ballen” naar boven te worden getorst.
Want het veld was dan wel niet biljartlaken-strak, maar van “berg en dal” was ook geen sprake.
Anderzijds werd in dit potje door Bordeauxrood wel heel veel en onuitputtelijk gesjouwd en gewerkt, maar zoals zal blijken met weinig resultaat. Sisyfusarbeid betaalde zich niet uit.

En dat terwijl er nog wel zoveel teamspirit (en andere spirits) waren getankt in een geslaagd trainingsuitje naar Lissabon.
Met hooggespannen verwachtingen in de handbagage voor het tweede bedrijf in 2a maandag om middernacht weer veilig terug op Schiphol en twee trainingen in de moede kuiten verder stond een fris ogend team met ongeduld te wachten tot de verdienstelijke scheids van dienst de heer Mac-Intosh de beide teams aan het werk zette.
Vergeleken met de situatie voor de winterstop, waren het afwezigheidsyndroom annex blessurevirus wel wat minder heftig maar nog lang niet uitgeroeid.
Zo waren op meerdere basisplekken weer de vertrouwde gezichten te zien; anderzijds moest er door coach Kumar en assistent Tavenier toch weer het nodige worden geïmproviseerd.
Goed om als tegenhanger ook het debuut in de basis te kunnen melden van Zep Fransen die uit Twee de overstap maakte en dat bepaald niet slecht deed.
Net zoals zijn nieuwe maatjes die er direct blijk van gaven om er een stevig potje van te willen maken.
Gelijk het adagium: “als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat” werden de krachten gebundeld tegen de forser uit de kluiten gewassen, maar naar later bleek over veel tere kuiten beschikkende gasten uit Monnickendam.
Want het moet gezegd: het oogstrelende voetbal moest naar later datum worden verschoven; anderzijds werd er wel voor ieder meter geknokt. En aangezien de tegenstander zich qua inzet ook niet onbetuigd liet ontstond er een pittige strijd met overigens maar weinig kansen aan beide zijden. Voor rust was de
kansenverhouding gelijk, maar in waarde was een redding van keeper Maksim van Ingen zo groot dat met een voor AMVJ bepaald perspectiefrijke 0-0 de tenen van de toeschouwers konden worden
opgewarmd.
Misschien kwam het door slappe thee of lauw water, maar nu was de start van de tweede helft van Bordeauxrode zijde weer eens op zijn zacht gezegd matigjes.
Door uiterst karig, slordig en te achteloos verdedigen kregen de gasten een verlaat Kerstcadeautje, dat gretig in het netje bij een verbouwereerde AMVJ-goalie werd gekegeld (0-1)
Wreed wakker geschrokken werd de draad van voortdurend hard werken en samen bikkelen weer
opgepakt; en dat leidde in het verloop van deel twee tot een paar hele aardige kansen.
Zeker na drie wissels in één ruk werd het ook voetballend wat beter en hing de gelijkmaker in de koude lucht.
Maar ook de deklat was een keer zo onvriendelijk om de 1-1 te verhinderen.
“De zonen van Sisyfus” bleven hun best doen op een beter resultaat, maar al het monnikenwerk ten spijt “donderde het rotsblok dat bijna op de top was ook vandaag weer naar beneden”.
Dat het tegen het eind ook nog 0-2 voor een zeer opgeluchte koploper werd (na alweer aarzelend ingrijpen), is louter scorebordjournalistiek.
En zoals de goede gasten Kees en Dirk van de bezoekers terecht opmerkten: “typisch voorbeeld van een wedstrijd waarvan de één op kop staat en de ander in de hoek zit waar….jawel.
En zo is ook de juistheid van dit spreekwoord weer eens bewezen en gingen de punten in de tas van de meest gelukkigen mee met de Monni(c)ken.
Jammer voor alle Sisyfusarbeid en goede wil van Kumars discipelen.
Maar al met al toch een perspectiefrijk en leerzaam potje voor de komende knallers van Bordeauxrood. Want die kunnen met zo’n instelling niet lang meer uitblijven naar de overtuiging van

Dirk