Allereerst voor iedereen (en diens achterban) die dit stukje onder ogen krijgt: gezondheid en heel veel plezier bij en met je club, thuis of waar dan ook in dit jaar.
Ik hoop dat de winterstop niet al te lang geduurd heeft en dat, ondanks de gang van zaken in het eerste deel van de competitie, reikhalzend is uitgekeken naar de hervatting van hernieuwde actie te velde.
Actie die het liefst moet resulteren in veel winst voor het vlaggenschip en weinig of geen verlies.
Of die, bij een minder voortvarende start, een herstel van “heb ik jou daar” te zien gaat geven.
En wel zo, dat de dreiging van verder afzakken naar de onderste regionen alsnog wordt afgewend. Dan wel dat een reeds in de degradatiezone opgeslagen bivak toch nog tijdig weer kan worden afgebroken.
Elke zichzelf en zijn pupillen respecterende coach spreekt daar hoopvol over voor het vervolg. De een terecht, de ander wat minder opgetogen.
Wat dat betreft heeft uw chroniqueur van de minimasprokkels van het team van nieuwkomer Daan van Hees met respect gekeken naar zijn bijdrage in de eindejaarshow van de Acht van Amstelveen. Een knallend en gezellig jaarlijks slot van het wekelijks programma van Mathijs Groenewoud en zijn (afscheid nemende) vaste side-kick Peter Grifhorst. Waar vrijwel alle clubs met coaches en aanhang aanwezig waren.
Want geloof me, het is niet makkelijk om tussen de punten grossierende collega’s toch je verhaal te willen doen met nul punten in de tas na elf potjes.
Het was een ingetogen maar eerlijke ontboezeming van oorzaak en gevolg dat geen moment een ondertoon had van verwijt naar zijn team.
En tegelijk realistisch over het vervolg: “We waren ondanks alles een paar keer dicht bij de punten en hopen dat na de stop toch ook te kunnen realiseren.”
Kijk maar terug als er behoefte is om dit onderdeel te checken (1Amstelveen.nl/programma’s).
Feit blijft dat voor alle betrokkenen in het eerste deel van de competitie de pijn van verlies ook maar niet één keertje werd gecompenseerd door de vreugde van de winst.
En dan is het toch knap als je tijdens de stop ziet dat er goed wordt getraind, een paar niet al te gekke oefenpotjes worden afgewerkt (maar nog steeds geen winst overigens) en de stemming absoluut geen gelijke tred hield met de gure buitentemperatuur.
En als je elkaar nog steeds niet ziet zitten of je bijltje zich al in de buurt van moeder aarde hebt hangen, nou, dan spreek je niet met elkaar af om in de komende stille periode met z’n allen (samen met een fikse groep uit JO-23) een paar dagen de zuiderzon op te zoeken (en nee, de club betaalt niet mee).
Met dat beeld voor ogen toog ik, grauw grijs weer ten spijt, naar Nieuw-Vennep waar tegenstander VVC wachtte; een opponent die ook niet watertandend naar de stand kon kijken.
De veronderstelling dat ik wel de enige niet-team/technisch/tactische betrokken supporter zou zijn, kwam al snel bedrogen uit toen op de riante parkeerplaats van het riante complex van de gastheren een raampje openging waaruit de zwaaihand kwam van super-supporter Ton de Veij.
Goed hersteld van de pijn van een verloren knie en met voluit vreugde over het functioneren van het nieuwe exemplaar. Heeft vrijwel geen potje van het eerste team gemist de afgelopen seizoenen.
We delen als maatjes uit het zelfde bouwjaar de liefde voor onze club sinds lange jaren. En waar ik me nog een klein beetje achter het functioneel aanwezig zijn kan verschuilen, komt Ton elke keer “gewoon weer kijken”.
Hoe de resultaten ook zijn, want zeker met dit weer zou een goed glas wijn bij de open haard toch een aantrekkelijker plek kunnen zijn dan met langzaam verkleumende botten aan de rand van een grasmat (jawel!) te bivakkeren om te zien of de Hees horde zichzelf en ook ons de vreugde zou kunnen schenken van het winnen.
Nog even rustig zittend in het warme clubgebouw zaten we tegenover elkaar te preluderen op de kansen. Ik zei: ”Ik neem vast een foto van je voor de pot, dan weten de lezers met wie ze in alle rust te maken hebben; en zal na afloop ook nog onze stemming over het resultaat vastleggen in een selfie”.
Benieuwd naar deze opname, als je weet dat, alle ongetwijfeld goede bedoelingen en aanpak ten spijt, de bal alweer na dik een minuut na de beginfluit van de wisselend maar overall voldoende scorende jongeheer Hendriks, achter een falende Bordeauxrode verdediging in het netje lag?
Nog even doorbijten vrienden, want zo’n deprimerend begin hebben we wel meer meegemaakt; en dan werd ook niet meteen de handdoek in de ring gegooid.
En dat gebeurde ook nu niet. Het overwicht van de thuisclub had aanvankelijk al een definitief slot in de pot kunnen gooien, maar dat bleef AMVJ gelukkig bespaard.
De rest van de eerste helft was de tegenstand/weerstand van Bordeauxrood bepaald niet briljant, maar er werd inmiddels wel hard gewerkt om de schade tot de rust beperkt te houden. Dat lukte, zonder zelf kansen te creëren, behoorlijk (1-0 rust).
Het beeld van de tweede helft was vanaf de kant gezien evenwichtiger dan daarvoor. AMVJ kwam meer op de helft van VVC maar echte kansen bleven uit.
Ook het samenspel was van wat betere kwaliteit dan in het eerste bedrijf. Maar het bleef ook nu bij tijd en wijle weer te moeilijk om de bal naar dezelfde kleur te krijgen.
En toch….. er zaten sporen van mogelijkheden in momenten die zouden hebben kunnen leiden tot de zo vreugde schenken goal (meer voorwaardelijk kon ik het niet op papier krijgen).
Het was dubbel spijtig dat door alweer persoonlijke blunders de tegenstander opnieuw een cadeautje kreeg aangereikt (2-0). Domper nummer twee, maar het pleit voor de boys dat ze de strijd nog niet opgaven.
Dubbel jammer was het daarom ook dat de scheids, naar ons idee onterecht, onze grens negeerde bij buitenspel en zo niet al te ver voor tijd VVC doortocht vergunde om de drie punten volledig veilig te stellen (3-0).
Dat het in the dying seconds ook nog 4-0 werd was domper nummer vier, want het maakte de uitslag onnodig flatteus.
Alles overziend een stroeve en schurende ouverture van de herstart.
Maar Ton en ik wilden niet als een soort chagrijnige Waldorf en Statler op de kiek.
Ook al omdat de oude Lao Tse ons al duizenden jaren voorhoudt: “als je geen verwachtingen koestert is geen enkel resultaat een mislukking”. Je moet en mag enige “hoop houden op beter”.
Wellicht leidt deze kreet bij velen tot een meewarig hoofdschudden en gemompel: “die gast is nou echt de weg kwijt…”.
Maar het feit, dat dit nieuwe nadeel voor het team ook kan leiden tot een voordeel later, mag nooit worden uitgesloten. De pijn van verlies kan zo groot worden dat het ook gebundelde positieve krachten in het leven roept, die leiden tot de vreugde van winnen.
En dat is geen sprookje en tevens bedoeld als een eendrachtig hart onder de riem voor team en trainers.
Dirk