421x gelezen

Oude tijden herleven niet bij Blauw Wit

erwijl AMVJ vorige week nog onder acceptabele lentetemperaturen OSV aan de zegekar bond, moest er vanmiddag onder haast Siberische omstandigheden worden aangetreden tegen het aloude Blauw Wit (sinds 1902) op het door het stormwinderig gure klimaat haast toendra-achtig aandoende sportpark Sloten. De oorspronkelijke “Zebra’s” hebben echter allang geen zelfstandig bestaan meer en spelen tegenwoordig onder één noemer met ook al het voormalige Beursbengels van clubicoon Han Vermeulen (zie over deze illustere clubman mijn eerdere impressie van de thuiswedstrijd)

Maar bij het betreden van de gezellige bestuurskamer met aan de wanden en in kozijnen zijn vele, vele trofeeën uit een triomfale historie, gingen mijn gedachten toch even terug naar de tijd dat Blauw Wit in de allerhoogste betaald voetbalklasse in ons land speelde. Ik heb het dan over de zestiger jaren van de vorige eeuw, toen een mens in een volgepakt Olympisch stadion nog vrijwel Hooligan-loos kon genieten van de befaamde “dubbels” (twee topwedstrijden met bv. DWS, Ajax, Feyenoord achterelkaar)

En waar op de bijvelden van datzelfde stadion het jaarlijkse Pinkstertoernooi voor A -junioren vele buitenlandse en Nederlandse toptalenten zich in de kijker speelden.

Mooie tijden met voor die periode mooie helden, zoals Barry Hughes, Jan Royé, Gerrie Althoff die de club hielpen promoveren naar de Eredivisie. (1961)

Zelf heb ik met mijn clubje medio jaren ’70 in de vierde klasse tegen de zaterdagamateurs van Blauw-Wit gespeeld. Een elftal met oud vedetten, waaronder de door mij tot dan toe zeer bewonderde Sjaak Swart. Andere mannen als Herman Koers en Micky Samardzic en Jan Royé maakten dit team al bij voorbaat tot favoriet voor promotie.

Ik herinner mij nog dat AMVJ een van de eerste uitwedstrijden tegen dit “sterrenteam” moest aantreden. Anders dan vandaag was het lekker zonnig voetbalweer en het toen nog gewone grasveld was omzoomd door een aantal bezoekers dat wij vorige seizoenen in  totaal nog niet hadden gehad.

Geheel tegen de verwachting, maar bepaald niet tegen de verhouding in wonnen wij in het hol van de leeuw met 2-1. In het geheel niet naar de zin van de tegenstander, die zich de kunst van het verliezen- zichtbaar en hoorbaar- nog duidelijk eigen moesten maken. De oud-profs als weinig lichtend voorbeeld voorop. En in schrijnende tegenstelling tot de euforie die zich van het jeugdige Bordeauxrode groepje liefhebbers op Sloten meester had gemaakt.

Hoewel ik er stilletjes op hoopte, herhaalde de geschiedenis zich dit keer in de Maartse kou van 2018 helaas niet.

Logischerwijs weinig ondersteunend volk lang de lijn. Chapeau! voor de Bordeauxrode supporterskern die ijs en weder niet dienende maar allengs kou verkleumend toch waren komen opdraven. En voor de drie man sterk aanwezige pers (HAV en Telegraaf) die ongetwijfeld met dode vingers het gebodene op papier en gevoelige plaat kwamen vastleggen

Geen biljartlaken groene grasmat meer, maar op zich kwalitatief oké kunstgras. Maar voor zover mijn geheugen het toeliet verder weinig spectaculaire verandering aan de entourage op het complex.

Al met al een kiezelkil decor voor een door de elementen (snoeiharde wind) toch zichtbaar aangetast en wellicht daardoor toch ook vreemd verlopend potje voetbal.

Zittend in het beetje luwte dat de tribune bood, vond ik Bordeauxrood gezien de omstandigheden van acquit af aan en dwars tegen de wind in best aardig, met inzet en redelijk verzorgd ballen. Tot de zestien dan, want met de afronding was het weer eens veel minder of liever helemaal niet gesteld in de eerste helft. De aardigste aanvallen strandden in de spreekwoordelijke schoonheid en de thuisgoalie hoefde dan ook nauwelijks handelend op te treden.

Dat gold overigens ook voor zijn collega aan de overzijde, die in het eerste bedrijf in feite nog minder te doen kreeg. Behalve dan toen hij moest bukken om de 1-0 achterstand uit het netje te vissen.

Tot stand gekomen na een vrije trap wegens hands (voor velen: “de andere kant op”) die na aarzelend optreden van de AMVJ-defensie doeltreffend werd ingekopt. Verder weinig opzienbarends meer vernomen van de Zebra-Bengels. Rust: 1-0 voor de thuisclub.

Nog geen man over boord, want de recente geschiedenis leert dat de Kumar Kids heel goed met een achterstand kunnen omgaan. Schepje erbovenop en nu met de wind in de rug zou alles nog goed kunnen komen.

Maar de “flow” van de afgelopen weken waarin alles een beetje meezat had vandaag blijkbaar vrijaf genomen, evenals een fors aantal basisdiscipelen van R&N, die zich om uiteenlopende lentekriebels hadden afgemeld. De overgebleven strijders, waaronder derde elftalspeler Harm Ebben (grote dank vriend!) deden overigens ook in de tweede vijfenveertig hun stinkende best om het tij te keren.

Een Duitse toeschouwer zou, ware hij aanwezig geweest, tot het oordeel zijn gekomen dat AMVJ “optisch überlegen war, das Bessere vom Spiel hatte, aber Ziellos war”

“Met het hart gespeeld maar doel-puntloos gebleven”, is dan ook de enige terechte conclusie die te trekken valt. Na een pot waarin de thuisploeg vlak voor tijd door “de open AMVJ-deur ook nog de ietwat geflatteerde 2-0 produceerde.

In de nazit was niet iedereen het daarover eens maar ik gunde de voorzitter zijn bescheiden glimlach wel over de drie punten voor zijn ploeg. Die nog wat breder werd toen het bericht binnendruppelde dat BOL gesneuveld was tegen Jong Holland en BW/BB nog maar op 7 punten achterstand staat.

Voor AMVJ is het te hopen dat de flow weer snel wordt hervonden en ieder geval de deze middag weggeblazen scoringsdrift.

Want er gebeuren toch al de vreemdste dingen in deze leuke afdeling en waarom dus niet doorjakkeren? Hogerop kan nog best naar het oordeel van

Dirk