Het aardige van spelen in een competitie met nieuwe clubs is dat een mens nog eens in plaatsen komt waar hij in zijn bestaan nog nooit is geweest.
En dat was vandaag het geval voor uw chroniqueur van de zo langzamerhand monotone queeste (zoektocht) van AMVJ 1 in de derde klasse.
Lisserbroek, een van de dertig (1) dorpskernen in de gemeente Haarlemmermeer, is zo’n plek, waar ik tot op de dag van vandaag geen voetspoor had liggen.
Jaren geleden had ik ook zo’n ervaring toen het niet te onderschatten NITA de tegenstander was.
Van het dorpje Nieuwer ter Aa, waaraan die club de naam ontleende, had ik zelfs nog nooit gehoord. Ik heb er toen ook een impressie aan gewijd, waarin ik dat plaatsje, toch vlakbij gelegen onder de rook van een razende wereld en 500 meter verwijderd van een ronkende A2, beschreef alsof je plots de middeleeuwse stilte en sereniteit verstoorde met een volstrekt daarin niet passend voertuig.
Dat gevoel had ik vanmiddag niet maar de weldadige rust die ook dit door de immense polder omringde dorpje Lisserbroek met zo’n 3500 zielen uitstraalde, was best iets om te vermelden in onze inmiddels nog weer veel hectischer haastwereld.
Het zijn van die plekken waar als het ware de historie nog een beetje aankleeft. Lang geleden onttrokken aan een moeras (vandaar het aanhangsel “broek” in de naam) aan de rand van een toen nog waterige Haarlemmermeer, hebben na de drooglegging Turfstekers de eerste turven op elkaar gestapeld tot wat nu dit serene plekje onder de zon is geworden.
Veel doet nog aan die tijd herinneren. Zo reed ik, toen nog onwetend, met mijn moderne karretje ellenlang over een weg genaamd “Turfspoor”; en is er voor de oprichters op een prominente plek een standbeeld opgericht (nou ja, standbeeld…)
Er is in de polder rond Lisserbroek, zoals in grote delen van de Haarlemmermeer, vooral sprake van activiteiten in de agrarische sector; het zijn hier vooral planten-en bloemenkwekers.
Ondanks de kleinschaligheid blijkt er ook een scala aan sporten te worden bedreven. Naast een bloeiende tennisvereniging is bijvoorbeeld sinds het begin van de vorige eeuw (jawel: 1907) ook de schaats- en (later) skeelersport op de ijsbaan van de plaatselijke vereniging uiterst populair.
En uiteraard vind je daar ook het moderne maar loeigezellige complex van de voetbalvereniging Kagia aan de Kikkerbeetweg 1.
En daar moest ik langs het Turfspoor heen om de uitpot van Bordeauxrood te aanschouwen. (NB: ik dacht aanvankelijk nog iets semi-grappigs te kunnen schrijven met een echt bijtende kikker, maar mijn florakundige eega vertelde me na thuiskomst dat het ging om een plantje.)
Het plaatselijke vlaggenschip is sinds kort de trotse lijstaanvoerder; een team dat zich na een toch ook aarzelend begin van het seizoen wel heeft kunnen opwerken en zelfs opsieren met de tweede periode titel.
Ton de Vey (zie ook helemaal onderaan) had uitgerekend dat AMVJ het in deze competitie tegen de inmiddels negende koploper moest opnemen.
In de mooi verzorgde wedstrijdkrant werd het eerste team bejubeld en met enige compassie iets gezegd over de magere resultaten van AMVJ. Voorzichtigheidshalve werd het thuisteam erop gewezen dat ook deze wedstrijd van koploper tegen de allerlaatste met 0-0 begint. Maar wie de voorbije impressies heeft gelezen zal weten dat de zorgen voor de tegenstander al vrij snel na het begin van de wedstrijd over zijn…..
Na het beginsignaal van de goed leidende, maar voor de bezoekers wel wat erg strenge jongeheer Sturkenboom, duurde het nog 11 minuten voordat de verdediging van Bordeauxrood door in eerste instantie weer slordig balverlies de 1-0 om de oren kreeg.
Door de oude/nieuwe goalie Clemens van Beek was er twee minuten later ook geen houden aan toen een corner een volslagen vrijstaande Kagiaan bereikte die maar hoefde te knikken voor de 2-0.
Het is echt niet leuk om het neer te tikken maar de queeste (zie boven) van de mannen van Daan van Hees naar beter was zeker de eerste helft opnieuw vergeefs.
De wil is er wel maar het vermogen om als team te opereren was ver te zoeken.
Tel daarbij op dat de tegengoals weer heel makkelijk worden weggegeven en het was niet verwonderlijk dat er na 45 minuten een haast vertrouwde 4-0 achterstand op het bord stond.
En toen het direct na rust 5-0 werd, was een collectieve mentale inzinking niet denkbeeldig.
Maar dat bleek een foute veronderstelling. Na een paar wissels en misschien ook wat lankmoedigheid bij de thuisclub, werd er door AMVJ plots weer manmoedig gestreden om de ellende niet nog groter te maken. En kwamen er een paar aardige aanvallen en ook nog wat mogelijkheden voor het vijandelijke doel. Het was derhalve de tweede helft een beter aanzien waard dan daarvoor. Tot helaas vlak voor tijd toch weer een countertje van de thuisploeg tot de voor Bordeauxrood haast monotone eindstand leidde (6-0).
Bij het verlaten van het veld was er een vriendelijke, met een Kagia sjaal getooide official die barmhartig maar welgemeend zei: “Er lopen toch best een paar aardige voetballers rond bij jullie…”. Mijn antwoord: “Jazeker, dat klopt, alleen ook die moeten leren om standaard de bal naar de goede kleur te spelen. Waar daar schort het – dit keer gelukkig in de tweede helft een stuk minder-toch te vaak te lang aan”.
En dat vond supersupporter Ton (zie boven), die toch weer van Purmerend naar de Kikkkerbeetstraat in Lisserbroek was gereden, toch wel heel sneu en daar sluit ik me helaas ook bij aan.
Maar goed, wie weet begint de victorie toch nog ergens in de komende potjes. Het zou in ieder geval goed zijn voor een klinkende impressie van
Dirk