Als een spreker dit gezegde toevoegt aan zijn palaver, wil hij meestal aangeven dat iemand of iets een prestatie van formaat heeft geleverd.
Dat vond ik dus ook van de pot die Eén afgelopen zaterdag afleverde tegen het tot dat moment nog geheel ongeschonden Castricum. Weliswaar leverde het uiteindelijk maar één punt op, maar dat was is meerdere opzichten een kostbare en koesterbare. Immers dik verdiend en (waarschijnlijk) met een plezierige "puntenaanzuigende" werking voor de rest van het seizoen.
Was de wedstrijd vorige week tegen Amstelveen vooral nog leerzaam, de confrontatie met
de Castricummers bewees dat wat mij betreft de Maurice Meute de slag met elk team in deze klasse volledig aan zal moeten kunnen. Zowel fysiek, (hopelijk blijvend) conditioneel maar (bijna zeker) vooral qua voetbalopvatting en -uitvoeringskwaliteit hoeft AMVJ (waarschijnlijk) voor geen enkele opponent onder te doen.
Grootspraak? Wie mij kent zal inmiddels wel weten dat deze kritisch realistische azijnpisser over het algemeen niet zo scheutig is met loftuitingen en hoogmoed bevorderende kretologie.
De tussen haakjes geplaatste voorzichtigheidsclausules (zie boven en onder) bouw ik dan ook bewust in, maar dat doet niks af aan het feit dat Eén een uiterst lekkere performance ten beste gaf tegen een van tevoren terecht hoog ingeschatte tegenstander. En dat heeft heus niet alleen gelegen aan het feit dat de meteorologen hun weersvoorspellingen voor de zaterdagen weer konden bestempelen als: "een normaal en lekker druilerig Hollands weertje"; en ook niet aan de topklasse waardige accommodatie van deze ook bestuurlijk uiterst vriendelijke en gastvrije club.
Je mag rustig stellen dat Een in potentie een in de lengte en breedte behoorlijk sterke ploeg heeft die "heel aardig kan ballen" (vrij naar heer Foppe de Haan) en tot nu toe elke week weer iets beter aan het worden is. En dat onder de jeugdig bezieling van de gedreven Maurice (mogelijk) ook nog zal gaan bewijzen in de komende weken.
Want tegen Castricum was het in de basis al alleszins oké. Een tikkie schuchter en (bewust) behoudend begin werd als snel ingeruild voor het inmiddels befaamd aan het worden pressievoetbal. Dat afjagen van de tegenstander gebeurt collectief en doet soms professioneel aan. Na het snel heroveren van het speeltuig is Eén regelmatig in staat om even professioneel ogende en messcherp kansrijke aanvallen uit de mouw te schudden. Vooral in het eerste bedrijf waren er meer dan een handvol die de zijlijn een terecht en spontaan applaus ontlokten. Dat het nog niet allemaal geheel vlekkeloos verloopt bewees een gevaarlijke aanval die maar ternauwernood door het defensief van de opponent kon worden gekeerd met een lucky jens naar voren. Maar die kwam toevallig wel terecht bij een van hun coryfeeën. En die dolde haast achteloos een paar tegenstanders om vervolgens van een metertje of twintig de bal haarfijn in het kruis achter een volstrekt kansloze Kiepie te krullen. In tegenstelling tot de koppieshangende lichaamstaal van vroeger werd deze tik door het team nu wel mentaal positief vertaald door het heft nog steviger in handen te nemen. Dat leidde tot een fraaie gelijkmaker van Vissertje na een even sierlijk uitgevoerde aanval en een constructieve trekbal van Boertje.
Tot de rust bleef het "bordeauxrood boppe" maar gescoord werd er niet meer. In de tweede helft werden de waterhoosbakken uit het duistere zwerk geleidelijk aan steviger opengezet en dat maakte goed voetbal op een overigens puike mat er niet makkelijker op. Bovendien werd Eén ook wat slordiger in de passing en dat leidde (te) frequent tot (onnodig) balverlies. Daardoor werden de goede aanvallen minder talrijk en moest er defensief soms ferm te worden ingegrepen.
Voeg daaraan toe dat de gemoedelijke scheids af en toe een wat al te eenzijdige fluit op zak leek te hebben en frequent een (te) lichtsoepele vingerwijzing naar de elfmeterstip demonstreerde en de drie strafschoppen die in de resterende tijd werden gegeven zijn verklaard. Daarvan kreeg Eén er twee te verstouwen en de tegenstander de andere. Dat gebeurde allemaal nadat Bram Driest zichzelf en zijn maatjes vlak na rust uit een corner snoeihard naar een voorsprong had gekopt. Maar direct daarop moest toezien dat Castricum door penalty number one weer op gelijke voet kwam. En niet lang daarna door het tweede exemplaar zelfs weer de leiding nam. Dat het allemaal nog goed kwam lag aan de lichtvoetige Tjerk, die Bram Driest steviger op de topscorerlijst zette door voor hem pingel drie te versieren. Eindstand derhalve drie –drie na een potje om zoals gezegd een puntje aan te zuigen en eentje met (hopelijk mentaal) "puntaanzuigende werking".
Mooiste bewijs na afloop uit de mond van de joviaal aardige voorzitter van Castricum: "Jullie hebben een lekker ploegie…." En zo is het!
Dirk
111x gelezen