“Deze zaterdag zou toch het ware gezicht getoond moeten wordenâ€, zo vonden coach, spelers en ook de naar een echt succesje hunkerende aanhang van AMVJ Eén. Al was het maar om te bewijzen dat het kampioenschapverlies in de voorlaatste wedstrijd van vorig seizoen tegen tegenstander Overbos destijds een grove vergissing van de eerste orde was geweest. Maar dat daargelaten werd het overigens de hoogste tijd om een paar puntjes te gaan sprokkelen in de in winstpunten uitgedrukt toch redelijk miserabele start van de hernieuwde poging van Eén om door te stoten naar nog hogere regionen.
Na het als lummelig te kwalificeren verlies tegen DVVA moest ik immers vorige week al vaststellen dat er na drie matches nog maar één enkel puntje in het pluspotje dreef. Wilde het geloof in eigen kunnen niet nog een ernstiger deuk oplopen, dan zou een overwinning tegen het eveneens nog puntschaarse Overbos in meerdere opzichten een fikse kick up kunnen bewerkstelligen: zowel op de ladder als ook voor de inmiddels toch al iets geblakerde moraal.
Het Loopveld had zich, blijkbaar vol geloof in de omwenteling voor Bordeauxrood, voor deze gelegenheid in een schier lenteachtige tooi gehuld. Het had voor deze “strijd der puntverdrukten†immers gezorgd voor een lekker zonnetje, aangenaam temperatuurtje,een azuren zwerk, vrijwel windstille omstandigheden en een behoorlijk gladgeschoren mat.
De KNVB had ook zijn deel geleverd door als scheids van dienst een kordate ondernemer af te vaardigen in de persoon van rijschooleigenaar van Langen, die ook heel goed in staat bleek tijdens een ferm maar sportief gestreden potje zaterdagvoetbal het stuur (en zijn bijrijders aan de zijlijn) stevig in de knuisten te houden. Kortom alle ingrediënten aanwezig voor “een fluwelen revolutie†(om maar eens een deze week veel misbruikte Ajax -slogan in de media te kopiëren) in de prestatiecurve van Eén.
De eerste twintig minuten leek het ook stevig die kant op te gaan. De Schakelboys waren vanaf de start dominant in balbezit en voetbalden heel aardig samen. Maar toen het omstreeks die tijd nog steeds dubbelblank stond, kwamen bij ondergetekende langzaamaan weer de flash backs van de kwaal van afgelopen weken over het netvlies schuren. Al dat voetbalwaardige gedoe leverde deels ook door ondoordacht handelen in potentiële scoringsposities weer nauwelijks een mogelijkheid op; laat staan een serieuze kans.
En met het vorderen van het eerste bedrijf zag men aan de Bordeauxrode zijlijn de grauwsluierige nevel van mismoedigheid weer steeds nadrukkelijker over het team neerdalen. De sprankeling verdween en het voetbal werd er niet beter op. Dat van de tegenstander trouwens ook niet. Maar die had van het begin af al moeite om iets van ritme in hun spel te vinden. Het was dat hun kleine maar zeer alerte doelman over een fabelachtig precieze uittrap van een metertje of zeventig/tachtig beschikte anders waren de handschoenen van AMVJ goalie Levien Rocha volslagen werkloos gebleven. Nu moest hij nog een enkele keer handelend optreden bij de gevolgen van zo’n stropdasgerichte voortzetting.
Een bloedeloos einde van de eerste 45 minuten dreigde. Groot was dan ook de opluchting aan AMVJ zijde toen het vervolg van een dood spelmoment toch nog in een voorsprong bij de thee resulteerde. Joram Melis, nota bene de vrijwel kleinste man op het veld, presteerde het een strakke corner van Jeroen Halsema even strak en onhoudbaar fraai in het Overbos netje te koppen.
De hoop op beter in de tweede helft werd door een lamlendige aanpak al na een minuut of twee in de kiem gesmoord. Slap ingrijpen en een geforceerde noodrem zorgde voor een onverbiddelijke scheidsrechtelijke vinger richting penaltystip. Het moest weliswaar in tweeën maar de spits van Overbos gaf zijn tot dan toe fletse maatjes dus al snel een mentale kick door gelijk te maken.
En nog tijd genoeg om van mooier vergezichten te dagdromen in het zonnetje…. Maar de lange hijs naar voren bracht daarvoor te weinig effect; slechts cornerwaardige verre inworpen slaagden erin de nervositeit aan AMVJ zijde een nog extra impuls te geven. Want de mannen van coach Schakel deden hun vergeefse best om het heft weer geheel in handen te nemen. Het kopieerde de opponent eerder in pogingen tot de befaamde Hotseknotsbegonia-variant van het spel. En als er dan al een dreigende aanval kwam, dan werd die meestal door bepaald onintelligent afronden kansrijk om zeep geholpen. Op één keer na, toen er massaal verkeer was is de zestien van Overbos en Devery Boldewijn van de onoverzichtelijkheid gebruik maakte door een terugspringende bal direct in de kruising te jenzen.
Het was echter bij lange na geen rustgevende voorsprong voor Eén. De angst voor een gelijkmaker leek groter dan de overtuiging om de zaak nu maar finaal af te maken Want met een beetje gogme had de score in de laatste minuten nog tot flatteuze hoogte kunnen oplopen. Maar zelfs vier- tegen één- situaties waren aan Bordeauxrood niet besteed.
Daarom was aan de zijlijn niet alleen het lenteweer de oorzaak van stijgende lichaamstemperaturen en billenknijpende benauwdheid. Het opluchtende “Oef†na het laatste fluitsignaal was dan ook de hoorbare ontluchting van het besef dat het uiteindelijk toch goed afliep. En dat met drie zwaarbevochten punten de Bordeauxrode lente stiekempjes toch begonnen is; zo hoopt althans in onwankelbare verwachting
Dirk