Soms is het niet moeilijk om een beetje te parodiëren op de naam van een tegenstander. Soms ook wel een tikkie flauw wanneer je zo’naam gebruikt om de opponent achteraf nog een schopje met de klomp na te geven.
Ik ga dat laatste ook zeker niet doen, maar de regelmatige lezers van deze kolom kunnen op hun klompen aanvoelen dat een hernieuwd bezoek van Bordeauxrood aan HBOK mij toch verleidde om deze bijdrage een beetje in het teken van dit uit hout gesneden schoeisel te plaatsen.
Kort samengevat zou het gebeuren in het nog immer pittoreske Zunderdorp als volgt kunnen luiden: “Het begon zonder klompen maar wel degelijk op klompen op deze aanvankelijk zwarte maar aan de eindstreep toch nog onverwacht hagelwitte zaterdag.” Voor AMVJ wel te verstaan.
Laat mij u nader verklaren.
Al vroeg in de week kreeg uw chroniqueur het verzoek van de opponent om de namen van de Kumar Kids door te geven. “Ten behoeve van het tijdig kunnen drukken van het programmaboekje”, zo werd er, wellicht om alle schijn van “bedrijfsspionage” weg te nemen, voor de zekerheid bij gezegd.
Na het schrappen van alle brace-dragers, anders gekwetsten en een enkele vakantieganger kwam ik tot 16 namen van een oorspronkelijk 22 man brede teamselectie. Daarvan bleken er voor aanvang van de pot tegen HBOK nog eens twee geschrapt te moeten worden zodat coach Kumar precies voldoende wissels op de bank had zitten.
Daarom echter niet getreurd, was het parool, want de rest van de Kumar crew zou toch nog voldoende kwaliteit hebben om op deze (zoals straks zal blijken) niet alleen qua weersomstandigheden sombere herfstdag, deze “match der matig geklasseerden” tot een zegerijk eind te brengen (?).
Maar allereerst werd voor aanvang in de knusse bestuurskamer van HBOK alvast gretig verlangend uitgekeken naar het uitreiken van het traditionele paar klompen dat elke bezoekende club nog steeds ten deel valt. Mooie geste van deze traditierijke club van sympathieke voorzitter Rikus de Lange en de goedgeefse Manus van Alles Frank Braspenning.
Zeker zo vlak voor Sinterklaas.
Want als ‘s avonds zo’n fors houten schoen met een bos wortels voor de openhaard wordt klaargezet mag men bij het ochtendgloren toch op een rijke klomp aan presentjes rekenen.
Helaas, de klompen waren er wel degelijk maar bij nadere beschouwing bleek de naamgeving niet te kloppen. De “J” (van de Algemene Maatschappij Van Jongeren) ontbrak en wellicht was dit een voorteken voor het verloop van de wedstrijd.
“Nou (ont)breekt mij de klomp”, mompelde ondergetekende vrijwel onhoorbaar een tikkie teleurgesteld, nu hij zich genoopt zag zijn trijpe toffel klaar voor de centrale verwarming te zetten in plaats van de robuuste HBOKLomp.
“Dan maar drie punten in de tas, in plaats van in de klomp mee terug naar het Loopveld”, mijmerde ik hoopvol, terwijl jongeheer Knetsch het beginsignaal gaf van een wedstrijd waar hij wat mij betreft tot “man of the match” gekroond had mogen worden.
Want toen ik hem in de rust even sprak, waren wij het er beide over eens getuige te zijn geweest van een draak van een eerste helft. Het leek wel op een choreografisch mislukte klompendans, waarbij de twee teams uitermate veel moeite hadden om maat te houden door de bal enigszins regelmatig naar een speler met hetzelfde kleur shirt te spelen. Rommelig, hotseknots, weinig lawaai in de strafschopgebieden en meer van dit soort termen, waren op het vertoonde van toepassing.
Dat Bordeauxrood met een voorsprong aan de thee mocht was ook al tekenend: een aanzienlijk foutje van de HBOK-goalie was er de oorzaak van dat Lucky Luc Hofstra op eenvoudige wijze de bal in het vijandelijke netje mocht deponeren (0-1).
Bij het begin van het tweede bedrijf leek het erop dat beide coaches hun pupillen klaarblijkelijk ferm hadden toegesproken, want er was in ieder geval sprake van pogingen tot aanvaardbaarder voetbal. Zo had AMVJ de op de klomp ontbrekende “J” (zie boven) zelf weer gevonden en de "bejaard" aandoende aanpak van de eerste 45 minuten ingeruild voor de energie van echte Jongemannen.Maar dat had ook de tegenstander dus was het voor de zijlijn aangenamer om te aanschouwen.
Niet dat het plots een groots spektakel was geworden of dat het foutenfestival ten einde was, maar van nadrukkelijk aan degradatie grenzend spel was ook geen sprake meer.Er was lange tijd in alles redelijk evenwicht tussen twee overigens vaak nog ploeterende ploegen van goede wil, zodat het scorebord ook lang geen werk had.
Gunstig voor de bezoekers, die het met het vorderen van de tijd tegen een allengs dwingender opponent het toch steeds wat benauwder kregen. En toen HBOK er in slaagde om de gelijkmaker te produceren, moest worden gevreesd dat de reis terug klomploos maar ook weer puntloos afgelegd moest worden. Want HBOK rook zo als dat fraai heet: bloed. Drong aan tegen een tegenspartelend AMVJ, maar verwaarloosde daarmee ook de restverdediging.
De weer eens kritisch maar als energie ophitsend bedoelde verbale begeleiding van een steeds grijzer wordende duif aan de zijlijn (jazeker: Moi!) hadden een tweeledig effect.
Het eerste staat niet vast maar wellicht heeft het bijgedragen aan de uiterste krachtsinspanning van Devery Boldewijn die na een vrije defensie-loze doorgang er in de dying seconds met de beheersing van een routinier in slaagde de wastas alsnog met drie volle punten te vullen. En met een mentaal positief gevulde rugzak voor zijn maatjes bij de start van de tweede periode.
Maar toen Nick Tavenier, een van de lang gekwetsten uit het team er na afloop fijntjes wees dat hij naast een zere knie nu ook nog pijnlijk klapperende trommelvliezen had, brak, met een oprecht “sorry mannen” en veel dank voor het onversaagd ploeterend veranderen van een zwarte in een toch mooie witte zaterdag, de klomp vol deemoed volledig in stukken voor
Dirk