Al zolang mijn Bordeauxrode vrienden in de mallemolen van klasse 2a van het zateragvoetbal bivakkeren, is er telkenjare één zaterdagmiddag gereserveerd voor een gang naar “de Paardenbaan” in Alkmaar.
Niks ten nadele van de aldaar ook gevestigde voetbalclub met de voor een bijna 90-jarige eeuwig jeugdige naam “Jong Holland”, noch van bestuurders en leden, maar het vooruitzicht dat er weer een zaterdagje Paardenbaan zit aan te komen, gaf en geeft me altijd een beetje een entourage-fobische huivering.
Want een enorme rond-brede maar altijd lege drafbaan geflankeerd door een forse maar ook leegstaande en gesloten tribune omzoomt een twee-tot drietal voetbalvelden, waarop Jong Holland actief is. En zo’n licht treurige omgeving geeft mij althans bepaald geen knus gevoel.
De feestvreugde van het vooruitzicht op een lekker potje voetbal wordt er meestal nog verder getemperd omdat, zeker in het najaar, de wind er fors en vlagerig vrij spel heeft en Pluvius ook niet zelden als derde gastheer de sluizen behoorlijk openzet. Het orakel van Buienradar loog er ook nu niet om en de plensregen bij vertrek uit Amstelveen leek te bewijzen dat zij het dit keer wel bij het rechte eind had.
Vandaag, de dag nadat het minimale virusje onze gezagdragers en geleerden ertoe had geprest weer eens maximaal uit te halen naar de sportwereld – “voorlopig slot op deur en hek ” – kon een ritje naar de Paardenbaan er ook nog wel bij. Met het beeld van die enorm lege entourage op het netvlies, vroeg ik mij ter hoogte van de Velsertunnel af of er ooit nog wel eens paardenraces gehouden worden. Ik had er nog nooit een Sulky getrokken paard of opgezweept draver voorbij zien razen…
Ik ben geen kenner (of gokker) en ter plaatse waren ook geen pikeurs of grooms, noch gokkers in de buurt om mij wijzer te maken. Dus ben ik thuisgekomen aan de Google gegaan om die achterstand in galop weg te werken. Welnu vrienden, op de baan wordt nog altijd, naast voetballers, ook door paarden gedraafd. Vraag me niet of Alkmaar een concurrent van Wassenaar (Duindigt) is, want een degelijk onderzoek daarnaar zou de publicatie van deze impressie in gevaar brengen.
Al bladerend door de annalen van de drafsport kwam ik wel namen tegen van beroemde dravers, waarvan ik de heldendaden eertijds via de radio in “Langs de lijn” vernam of later in “Sport in beeld” in volle galop zag. De wat jongeren onder u zullen paardennamen als “Hairos Deux”, Quick Silver S en Henri Buitenzorg niet veel zeggen, maar dat waren draffenomenen die hun weerga niet kenden.
Evenzo zal de naam van de paardenjournalist (tevens tandarts) Hans Eijsvogel – in 2019 op 91-jarige leeftijd overleden – velen niet veel zeggen; maar hij was meer dan 50 jaar de uniek getoonzette stem, die als een Olaf Mol van de drafsport zijn toehoorders kon begeesteren.
Mocht u weer willen weten over de historie of gokmogelijkheden, dan is de naam op foto van het hek hierboven uw entree.
Na het dubbele donker van de Velsertunnel werd het plots toch een stukje lichter dan aan de voorkant. En bij het parkeren op een corona-lege parkeerplaats was het droog en vrijwel windstil.
Contrastrijker kunnen het leven en de weersvoorspellingen gelukkig niet zijn. Het maakte het verblijf op de Paardenbaan in ieder geval en onverwacht frisjes maar houdbaar.
Na een minuut oorverdovende en trieste stilte ter nagedachtenis van een dertienjarig spelertje van de thuisclub, dat door een slopende ziekte was overleden, kon de heer Jongejan als scheids van dienst Jong Holland en AMVJ aan het draven zetten.
En dat deed Bordeauxrood, na een weekje rust, aanvankelijk het beste. De eerste vijfentwintig minuten werd er maximaal gebald, met af en toe aardig combinatievoetbal en werd minimaal de blinde haal naar voren geëtaleerd. Een snelle counter had al na twee minuten succes, maar de scheids vond dat zijn grens gelijk had en keurde een vroege voorsprong voor de gasten af.
Maar een paar minuten later was het wel raak na waarschijnlijk de beste aanval van de dag. Een soepele combinatie met een strakke assist van Tyrell Perri werd door Daan van Hees met een fraai gedrukte pegel tot een voorsprong omgebogen (0-1).
De wakker geschrokken gastheren probeerden daarna de bakens te verzetten en drukten Bordeauxrood stukje bij beetje terug.
Met minimaal combinatievoetbal en maximaal naar voren peren bij Bordeauxrood als gevolg. Merkwaardig hoe snel de ploeg van zijn à propos raakte, de bal om de haverklap naar de verkeerde kleur speelde en zich steeds vaker staande moest houden met de hotseknots-begoniavariant van het spel.
Slechts een enkele keer ging het wat soepeler en dan werd het ook meteen gevaarlijk voor het vijandelijke doel. Overigens deed Jong Holland daar gretig aan mee en dat leed bovendien aan een behoorlijke dosis scoringsarmoe.
Dit bleef zo tot de rust (0-1).
In het tweede bedrijf was de thuisploeg beter op dreef dan de weliswaar snoeihardwerkende maar weinig effectieve Kumar Kids. Ook een kanonnade aan aanwijzingen van de coach had weinig effect en bleef het meer en meer bij tegenhouden, met een enkele keer een uitbraak. En die leverden door te lang treuzelen helaas niets op.
Naarmate de tijd verstreek leek succes voor de thuisploeg een kwestie van tijd en dat gebeurde ook. Niet door een vloeiende aanval maar uit een penalty na een uiterst ongelukkige handsbal van een Bordeauxrode verdediger (1-1).
Met nog voldoende speeltijd over, gebeurde iets wat de net uitgejuichte Jong Hollanders precies omgekeerd hadden gedacht (en ondergetekende samen met de paar “functioneel aanwezigen” van AMVJ, gezien het spelbeeld, eigenlijk ook).
Niet de thuisploeg maar direct na de gelijkmaker herkreeg AMVJ een voorsprong. Eén van de – in lengte – mini’s van het Kumarcohort, Daan van Hees haalde opnieuw maximaal rendement voor de ploeg uit een geweldige uithaal (1-2).
In het restant was het knokken geblazen om de drie punten uit het vuur te slepen. Dat lukte kiele-kiele, dankzij een collectieve alles vergende inzet in the dying minutes. Zo haalde Bordeauxrood een kostbaar maximaal resultaat, na een wedstrijd waarin de tegenstander zich al met minimaal één punt had rijk gerekend.
Tja, soms zit het tegen voor de één en soms breekt voor de ander zelfs in een somber decor van een lege Paardenbaan – ook als de verlichting uitgaat – plots toch heel even de zon door.
En zo was het ook voor de coach.
Terug wandelend naar de kleedkamer vroeg ik Ricky Kumar naar zijn man of the match. Mijn suggestie was anders dan de zijne.
Voor mij waren het er drie: twee mini’s en een maxi (qua lengte). Natuurlijk Daan met zijn twee goals, maar daarnaast noem ik dit keer ook de teruggekeerde kleine man Roppa (Robin Meerkamp) en de langste van het team Max (ja echt!) Krake.
Die twee ontembare dravers op het middenveld hadden ook op een heuse drafbaan ongetwijfeld prijzen gepakt. Maar zonder de andere werkers tekort te doen, waren zij op het middenveld de storende factor die bij uitstek verantwoordelijk waren voor het maximale rendement dat het team wat verder uit de gevarenzone haalde; althans dat vond
Dirk