166x gelezen

Je bent nooit te oud om te leren…

Deze opbeurende wijsheid schoot me deze week een paar keer door de langzaam tanende grijze cellen. Het kloeke bewijs dat het geen flauwekul is, levert bijvoorbeeld een dierbare oude vriend die binnenkort als een gelukkig mens de leeftijd van tachtig jaar bereikt. 

“Is dat nou zo bijzonder, hij is echt niet de enige…” hoor ik u van afstand mompelen. Klopt, er zijn er tallozen meer, die het halen; de een wellicht een beetje opgewekter in het oude vel bivakkerend dan de ander, maar niettemin. 

Hier gaat het echter om een vrolijke grijsaard die acht jaar geleden glashard afrekende met een zeer rijkelijk met alcohol overgoten verleden. Zich bewust van zijn machteloosheid tegen de slopende verslavingsziekte genaamd: alcoholisme, liet hij de drank voor wat het was en is hij samen met gelijkgestemden van diverse leeftijd en komaf aan zijn herstel gaan werken.

Geen geringe klus, kan ik u verzekeren, maar je hoeft het gelukkig niet alleen te doen. Want je maakt nieuwe vrienden die dezelfde makkes hebben, die je begrijpen en je met raad en daad terzijde staan. 

Da’s ook nodig, want er is na zo’n eerste stap nog veel te leren of liever: af te leren. Maar “with a little bit help from my friends“, is hij op een seniorenleeftijd glansrijk geslaagd en een compleet nieuw leven begonnen. Een rolmodel voor iedere senior die zich om welke reden dan ook uitgeleefd of afgeleefd acht. 

Voor uw chroniqueur van het overigens steeds meer aan sleet onderhevige Bordeauxrode cohort (straks meer) begon dat nieuwe leven weliswaar een tweetal decennia eerder, maar zo piep was ik toch ook toen al niet meer. Ik ga u niet met mijn verleden vermoeien, maar kan wel met de hand op het hart verklaren dat sindsdien ook bij mij de slogan in de kop opgeld heeft gedaan. 

Ik heb in ieder geval bij mijn vrienden geleerd dat er elk dag wel weer wat te leren valt als je bereid bent om eraan te werken en met regelmaat oprecht in de spiegel te kijken. Die training: “blijf aan jezelf werken” genaamd, eindigt dan ook nooit. Want om je Ego als geconditioneerd manager van je denken, doen en laten het zwijgen op te leggen en tot dienaar van je werkelijke “IK” te transformeren, is vallen en weer opstaan de lesmethode. Ik heb er af en toe nog steeds blauwe knieën van….. 

Kortom: ik ben er nooit klaar mee. Maar wel blij met ieder stapje dat me dichter bij het absolute Oké-gevoel brengt. Ik gun dat graag aan iedereen, maar het vergt wel een scheut discipline; het komt mij in ieder geval niet aanwaaien. 

Een derde voorval dat me aan de slogan deed denken was op deze zonovergoten zaterdagmiddag achter het nog steeds imposante Olympisch Stadion, waar de aloude rivaal Arsenal zijn thuisbasis heeft. Dit keer kwam ik gewapend met een soort uitschuifbare standaardstaaf (c.q. staafstandaard) en een tasje waarin een kleine camera. Uiterst plezierig weerzien ook met Cees Brama en zijn vrouw Marja. Ook zij vroegen zich af wat ik van plan was. 

Ik verklaarde dat ik tegenwoordig bij wedstrijden van AMVJ ten behoeve van het wekelijks sportprogramma van RTV Amstelveen (dinsdagen op “de socials”, site en Ziggo 42, KPN 1080 en T-Mobile) met mijn mobieltje probeerde wat beelden te schieten en na afloop een interviewtje te houden met coach Ricky Kumar. 

Maar dat dit voor een onhandig iemand als ondergetekende nogal eens op een complete mislukking uitliep (opnameknopje niet ingedrukt, vinger voor de lens, vertraagd opgenomen beelden en andere klunzigheid, die handiger lieden onder u tot een mild hoofdschudden aanleiding zullen geven). Dat ik daarom, als iemand die vindt dat hij nooit te oud is om te leren, recent had besloten mij een handig klein opnameapparaat aan te (laten) schaffen, waarmee niets mis zou kunnen gaan.

Of dat een beetje gelukt is weet ik op dit moment nog niet, want ik ben de instructie: “hoe het resultaat terug te zien”, helaas nog niet eigen (ken je nagaan…).

Ik hoop overigens stilletjes dat ik weer op les moet omdat het materiaal niet bijzonder bruikbaar blijkt te zijn. Ik had mij namelijk voorgenomen om louter aanvallen van de Kumar Kids te schieten. De eerste helft vanuit de dug-out en het tweede bedrijf in een hoekje van het veld bij het doel waar Bordeauxrood zou moeten scoren. En hoe dat verliep zo direct, maar eerst nog even dit. 

Toen ik ’s ochtends van de coach de opstelling doorkreeg om die wedstrijd-gereed door te geven aan de scheids van dienst, de heer Angevaare, was ik meer tijd kwijt met namen in de prullenbak te deponeren dan het aantredende team op het goede rijtje te zetten. Met Tycho Spanjer (AMVJ 2),overigens lekker spelend, in de basis en slechts drie niet geheel fitte wissels op de bank. 

Ik weet het, beste vrienden: aan corona en een blessuregolf valt niet te ontkomen, maar aan de manier waarop er steeds vaker luchthartig voor luchtige privézaken wordt verzuimd moet ik toch wel heel erg wennen. 

Tijden veranderen en vroeger is niet meer, oké. Dat over de hele linie opvattingen over “eerst ik” in plaats van “verplichtingen koesteren”, “eerst nemen” in plaats van “geven” regel zijn geworden, is een feit. Maar het is voor degenen die het vroeger niet in hun hoofd haalden om als team niet lekker samen te gaan ballen een schrijnend verschijnsel in deze tijd van het egocentrisch individu (de echte liefhebbers die er gelukkig ook nog zijn natuurlijk daargelaten).

Tegen die jeugdige mensen zou ik willen zeggen: “je bent nog jong genoeg om niet uitgeleerd te zijn op dit vlak”. 

Goed, al die factoren bij elkaar hebben tot gevolg gehad dat AMVJ 1 bijna geen potje in dezelfde opstelling heeft kunnen spelen. In dat opzicht heb ik best de nodige compassie met de trainer en assistent: steeds maar weer te moeten puzzelen en hopen dat “het kwartje een keer de goede kant opvalt”. 

Terug naar waar ik langs het veld gebleven was: het opnemen van (liefst) gevaarlijke aanvallen van de bezoekers. Helaas is daar weinig of niets van terecht gekomen. Niet omdat ik de camera niet in stelling bracht, maar omdat er in de contreien van het vijandelijke doel weinig tot geen Bordeauxrood te ontdekken viel deze middag. 

Voor rust echt geen enkele keer, omdat het consigne blijkbaar was gegeven om voor alles Arsenal het scoren te beletten. Dat leek te lukken, maar toch ging het voor rust een keer mis en kwam de thuisclub met een degelijke goal en door zwak verdedigen toch aan de leiding (1-0).

Na rust was er een korte periode van opleving bij AMVJ en dat leidde zelfs bijna tot de gelijkmaker. Met een knal op de paal als hinderpaal en niet lang daarna het fluitje voor (echt geen) buitenspel, nadat Mac Krake had gescoord. Die sores verdoofde het team zienderogen weer en de lange hijs naar voren werd opnieuw het weinig productieve handelsmerk.

Extra aanvallers konden ook geen potten breken en het verwaarlozen van de defensieve stellingen veroorzaakte een reeks aan kansen voor Arsenal om de score tot grote hoogte op te voeren. Dat het nog maar één doelpunt (2-0) opleverde was te danken aan slecht afwerken van de thuisploeg en lekker keeperswerk van Levien Rocha, die Maksim van Ingen prima verving. 

Nadat de scheids voor het laatst had gefloten was er nog één ervaring die me aan de slogan deed denken: ik werd me ervan bewust de hele wedstrijd geen mopperende opmerking of boze interventie naar het team te hebben gejoeld.

Zou dus nu ook al de oude brombeer in mij niet te oud zijn om nog te leren……? We zullen het meemaken, beste lezers, wanneer de mannen er volgende week tegen Zaandam weer zo’n karig potje van maken als het deze anderszins best aardige middag toch weer was voor 

Dirk