Tijdens de rust van de thuiswedstrijd tussen AMVJ en Almere vroeg een van de leden van de teamstaf van de opponent me of ik de dader was van de stukjes op onze site en andere “socials” over AMVJ 1. Na mijn “ja”, liet hij blijken ook een lezer van mijn frutsels te zijn, want hij vond het wel aardig dat het eerste deel van het stukje altijd gaat over heel iets anders dan voetbal en dat het deel over de gang van zaken tijdens de wedstrijd vervolgens aansluit op het gekozen thema.
Een betere duiding van het feit dat het nooit mijn intentie is (geweest) een echt voetbalverslag uit de toetsen te hameren, had ik zelf niet kunnen geven. Ik noem mijn bladvulling dan ook als vaste prik “een impressie van een middagje op pad met AMVJ 1, c.q. mijn Bordeauxrood, c.q. de Hees-horde naar de naam van de (nieuwe) trainer”.
Ik grapte nog dat over het tot nu toe door het vlaggenschip* van Bordeauxrood vertoonde nog geen twee alinea’s te vullen waren, maar feit is dat ik al die – qua voetbal goede en mindere jaren – mijn stukjes met een dergelijk stramien probeer op te bouwen.
* bewust gekozen betiteling voor het team en zijn leiding. Het was vandaag immers de intocht van de goede Sint en vandaar die mooie boot; mochten sommigen scherpzinnige onder u denken dat ik het wellicht bedoelde als ironische indicatie van de onwelriekend geurende tegenhanger van zo’n fraai versierd schip. In genen dele!
Bovendien, zo’n bejegening verdienen de hardwerkende coach Daan van Hees en zijn hulpen niet; noch de hooguit nog wat onwennige, volslagen nieuwe groep spelers waarover na de giga-uittocht eind vorig seizoen thans wordt beschikt.
Soms kost het weleens een tikkie moeite om iets te schrijven als creatieve oprispingen uitblijven. Maar vanmiddag na de strijd kon ik de aardige crew van de vrolijk bierende tegenstander al in het Latijn (met vertaling) meedelen, wat de kop boven deze impressie zou worden. Hij werd weliswaar wat breder dan ik in het clubhuis uitkraamde, want anders was ik ook met de intro gauw klaar geweest.
Het eerste deel van de kop (“In cauda venenum”) borrelde op toen de vrijwel altijd aanwezige oud-speler en super supporter Ton de Veij een door de feiten onderbouwde beschrijving gaf van het laatste deel van de pot (trouwens van meerdere van de tot nu toe gespeelde wedstrijden). De betekenis: “het venijn (het gif) zit in de staart”. Deze uitdrukking symboliseert op zijn zachtst gezegd een minder goede afloop van een gebeuren of situatie; en wat scherper geformuleerd: “….een hoop ellende aan het eind”.
Dat venijn/gif heeft evenals de staart een natuurlijke kant. Er zijn vele soorten Schorpioenen. Allemaal redelijk agressieve beestjes met gevaarlijke scharen en een staart die als het nodig is, gif produceert; met pijnlijke en niet ongebruikelijk ook voor mensen vaak een dodelijk gevolg. Je moet er niet eentje tegenkomen, want dan kan het slecht met je aflopen. Ik kan me herinneren dat dit fanatieke maar zeer beheerste beestje een bijna dramatische rol vertolkte in een van de eerste James Bond films.
NB. Wie iets met astrologie heeft, weet dat Schorpioen een van de 12 tekens is die in de dierenriem voorkomen. Astrologie wordt vaak kleinerend als pseudo-wetenschap betiteld, maar als je je er wat in verdiept is niet louter een voorspellend tooltje waarvan bijvoorbeeld roddelbladen gretig gebruik maken.
Zonder er nu dieper op te gaan, zou het laten maken van een geboortehoroscoop veel inzicht kunnen geven over de wijze waarop je in het leven staat en hoe je werkt en leeft. Harstikke interessant. Maar nu niet.
Want terug naar het voetbal.
Voor dat deel van dit stukje had ik zoals gezegd een aanvulling nodig van de kop. Ik heb het ook maar in alle nederigheid in het Latijn gezet, maar “ab initio” betekent gewoon “vanaf het begin”.
Ik heb met eigen ogen kunnen waarnemen dat de trainer en zijn staf, ondanks de geweldige zeperd van vorige week, de draad van hard en gericht trainen gewoon weer hadden opgepikt. En dat er door de boys collectief en met grote opkomst ook weer echt voor werd gegaan. Want als er een mogelijkheid zou zijn om het tij van “eeuwige treurigheid” na afloop te keren, zou het tegen het ook nog niet erg gretig punten verzamelende Almere moeten kunnen lukken.
Dan zit je toch met enige hoop naast Ton (zie boven) onder de elektronisch met de bal meebewegende camera de beginfluit van de voldoende leidende scheids J. Jongejan af te wachten. In een weinig lekkers voorspellende grijsgrauwe, miezerige en kouwe entourage, dat wel.
Of het aan het weer lag of weer aan de tegenstander, maar “ab initio” (zie boven) gingen de ongetwijfeld goede voornemens weer compleet de mist in.
Blijkbaar geven de coaches van de tegenstanders hun pupillen allemaal de opdracht om vanaf het begin “hoge druk” te zetten tegen de tot nu toe niet erg zekere Bordeauxrode defensie (zie de tot gisteren 25 tegengoals). En dat lukte ook nu weer wonderwel tegen een flets tegenstribbelende thuisploeg.
Na al een aantal grote dreigingen stond er na 7 minuten alweer een 0-1 op het bord. Gesteund door dit succes wilde de gasten duidelijk al snel weer Almeere. Goed idee, want het verzet van AMVJ bleef magertjes. Dus was niet veel later een volledig verkeerd beoordeelde corner voldoende om de zekerheid van een 0-2 te kunnen koesteren.
Maar de Almeerder mannen deden zich – niet uit goedgeefsheid overigens – een vervelende das om de hals toen een van hen de scheids een surprise van direct rood uit de zak zag halen. Die 11 tegen 10 situatie gaf AMVJ wat meer ruimte en kwam voor het eerst aan aanvallen toe.
En dan zal je zien dat een team dat in de hoek zit waar de klappen vallen, ook geen greintje geluk heeft. Zo belandde een wonderschone keiharde kopbal op de binnenkant van de verste paal en werden een paar heuse kansen net niet benut.
0-2 bij de rust.
Door de getalsongelijkheid was Bordeauxrood na de thee wel vaker aan de bal en was er meer evenwicht; hoewel de 10 van Alminder niet ongevaarlijk bleven met een supersnelle en bijna niet te stoppen spits.
Kans op de aansluitingstreffer werd enerzijds weinig intelligent om zeep geholpen; anderzijds stond de paal opnieuw een goal in de weg. Met een beetje meer gogme en geluk had het net zo goed gelijk kunnen staan (mijmerde ik).
Maar toen ook aan de kant van de thuisclub oliedom de rode das uit de kast werd gehaald, was het de rest van de pot weer gewoon 10 tegen 10.
En in die eindfase lukte het Ruairi O’Connell eindelijk om de 1-2 aan te tekenen. Gaf de burger aan de kant weer moed. Maar in het veld was dat niet te merken. Er werd wel hard gerend en gedaan maar bij balverlies was de restverdediging nowhere. Het wakker geschrokken Almere kreeg in de slotminuten weer alle gelegenheid met een tikkie geflatteerde 1-4 het punten- en doelsaldo behoorlijk op te krikken.
En die fase verleidde maatje Ton tot de uitspraak: “alweer in de slotfase dat die doelpunten vallen; en dat was niet voor de eerste keer”. En ik was ook dat roerend met hem eens. Te vaak vielen tegengoals als rijpe appelen in de laatste fase. Zelfs na een voorsprong. Ik voegde er wel aan toe dat het vandaag ook weer eens “ab initio” het geval was.
En daarmee was de kop boven deze impressie compleet. Maar de tas voor AMVJ is nog steeds leeg in het puntenvakje, vrij leeg in het vak van de eigen goals en boordevol in het vak met tegendoelpunten.
En toch is de hoop op beter nog niet verloren, want een gelijkspelletje was ook vandaag niet onmogelijk als; als……ja wat?
Hierover zwijgt in deze impressie,
Dirk