500x gelezen

Het stoeltje van preses Wim Teuling

Na mijn fijne karretje te hebben gestald op een wel uiterste luxe belovende parkeerplaats, hielp ik onze materiaaldeskundige annex keepertrainer, de goede Lucky, een handje met het versjouwen van de verhuiswagenvracht aan spullen die een modest ploegje als mijn Bordeauxrood uit de tweede klasse A van het zaterdagvoetbal toch nog nodig blijkt te hebben om zich te kunnen opwarmen om daarna heet van de naald het potje voor het echie af te werken.

Nou zijn die outfit en andere benodigdheden voor het team van coach Kumar en zijn helpers nog relatief aan de bescheiden kant, wanneer je ziet met welk een pakhuis aan spullen andere tegenstanders soms komen aanrollen. Maar toch, het blijft een kleine kruistocht om al dat materiaal uitgestald en wel in de kleedkamer te etaleren.

Vandaag was dat op het IJsbaanpad alwaar de nietsontziende gemeentelijke inhaligheid je nog steeds de ijskoude rillingen bezorgt als je de tarieven leest die men -ook in de weekenden- voor een uurtje parkeren moet aftikken. Ik rekende snel uit, dat de match van deze dag met een verblijf van ongeveer vier uur op het sportpark van goede oude buur Arsenal, mij opnieuw een droef-drastisch bedrag aan te dokken euro’s in het vermaledijde vooruitzicht stelde. Het werden er uiteindelijk zeventien en een beetje.

Nou kan uw chroniqueur dat wel lijden, gezien de overigens al jarenlang bizar bevroren pensioengelden die mijn bankappjes maandelijks absorberen, maar ik blijf het schandalig inhalig vinden, van een kapitale kortzichtigheid en ook van onevenredige onrechtvaardigheid getuigen om de sportende (en sport bezoekende) mens met dit soort gemeentelijk wanbeleid uit zijn zonnige humeur te pesten.
Moeder aarde zal geen minuut eerder door de CO2 uitstoot overlijden, wanneer op speel- en trainingsuren een zodanig parkeertariefje wordt gehanteerd dat de bewegende mensen geestelijk niet belast door parkeerstress lekker en sportief aan hun gezondheid kunnen werken. Het is tenslotte ook bepaald oneerlijk verdeeld in de stad, want wanneer we straks bijvoorbeeld tegen DVVA moeten ballen, kost het maar een duppie per uur om de bolide een paar uurtjes rust te gunnen.
Boos? Nee, wel verdrietig om deze potsierlijke politieke parodie op bestuurlijke wijsheid.

De als altijd hartelijke ontvangst in de bestuurskamer van de thuisclub, zo vlak gehuisvest achter het van historie doordrenkte Olympisch Stadion, vrolijkte mij al snel weer op. Het uitwisselen van obligate beleefdheden kan hier achterwege blijven vanwege de al decennialange goede verstandhouding tussen de beide clubs; en tussen Arsenal preses Wim Teuling met ondergetekende in het bijzonder (ook nu ik voorzitter af ben).

Al gauw hadden we het over alles behalve de komende wedstrijd. En ging het vooral over de luister van het stadion achter ons. Zo kon ik mij herinneren als jochie van 14 op een zaterdagmiddag (ik heb het opgezocht: 26 mei 1960; de verjaardag van mijn goede vader) op mijn fietsje vanaf het voetbalveld in het Amsterdamse Bos expres langs de Nieuwe Meer en het antieke sluisje fietste om het scorebord te kunnen zien waarop de uitslag van de beslissingswedstrijd voor de competitie tussen Ajax en Feyenoord-toen nog een kraker!- zou prijken.

Helaas lukte mij dat niet en vroeg ik in arren moede aan twee mannen die uit het stadion richting mij kwamen of zij de uitslag wisten. Het was 5-1 voor ons aller….. geworden met drie doelpunten van de onder ouderen vast nog bekende topspits Wim Bleijenberg (en eentje van Henk Groot en de toen al in het eerste ballende en onverwoestbare Sjakie).
Ik begreep dat de mannen mijn gejuich niet konden waarderen, ze kwamen uit Rotterdam…….

Het stadion kende vele voetbaltoppers. Wat te denken van de destijds (31 mei 1962) al door honderd miljoen mensen wereldwijd bekeken en als super-legendarisch gekwalificeerde match tussen het Real Madrid van Puskas en Benfica met de onvergetelijke “Parel van Mozambique”: Eusebio. Na de eindfluit van de ook al legendarische scheids Leo Horn was het 3-5; en ik stond er samen met mijn moeder in vak SS met open mond vol voetbalverrukking bij.
Ook de mistmatch (géén spelfout) tussen Ajax en Liverpool heb ik in 1966 grotendeels in vak SS gemist. Op het gejuich bij vijf doelpunten meegejuicht, maar ik had het niet willen missen.
En wist u dat de eerste finale van de Inter-Totocompetitie (1962) net als morgen, weer eens tussen Ajax en Feyenoord ging (4-2)?

Wim memoreerde de zogenaamde “dubbels”: twee competitietoppers voor één geld achter elkaar gespeeld. Hij wees ook op de andere topsporten die deze multifunctionele sporttempel in zijn glorietijd onder de hoede van de antieke Marathontoren huisvestte: speedway, wielerspektakel op de betonbaan achter de grote motoren, sprinten tussen Jan Derksen en Arie van Vliet; en ga zo maar door.

Maar toch was er ook een periode van verval, die een enkele minder met sport en historie begane politieke richting verlekkerd deed uitzien naar sloop van het OS. Om er vervolgens woningen te bouwen… (what’s new?).
Goden zij dank waren er echter invloedrijke mensen die dat niet pikten en alles in het werk stelden om via een uitkiende lobby en kapitaalvergaring een ingrijpende renovatie te realiseren, die het oude stadion weer de grandeur moest geven die het bij de opening van de Olympische Spelen van 1928 de wereld toonde.
Een van de grote voorvechters van behoud en fondsenwerver bij uitstek was Piet Kranenberg (“Lobby Piet”) van Heineken. En hij mocht in 2000 het resultaat van zijn inspanningen meevieren met de heropening van wat nog steeds een multifunctionele sport- en evenementen- openluchttempel is.
Het aardige was dat mensen en bedrijven die met geld hadden bijgedragen voor de renovatie werden vereeuwigd met een naamplaatje op een stoeltje op de tribune. Wim Teuling meldde mij met enige trots dat hij ook zo’n stoeltje in het stadion had gekregen destijds…. Nooit meer naar omgekeken tot hij laatst bij een atletiekevenement ontdekte dat de naam Teuling nog steeds aan het Stadion verkleefd is. Mooi verhaal dat meteen een aanhef voor deze impressie opleverde.

Zoals gebruikelijk was een stoeltje langs de zijlijn niet aan de preses van Arsenal besteed. Steevast staand naast de dug-out aanschouwt hij haast plechtig de daden van zijn Arsenal op het fraaie kunstgrasveld dat de club rijk is. Meestal neemt hij dan na afloop van alweer een potje tegen AMVJ tevreden plaats op zijn vaste stoeltje in de bestuurskamer, want voor de Loopveldbewoners is het altijd lastig winnen daar onder de supervisie van de Marathontoren.

Wim Teuling

Tot vandaag. Want Bordeauxrood was dit keer in alle opzichten beter dan de thuisclub. Onder het motto: “verander geen winnend team”, traden onder leiding van de prima fluitende jongeling de heer Raven dezelfde elf aan die zich vorige week ternauwernood in de tweede helft het nog puntloze Jong Holland van het lijf konden houden.

Blijkbaar was de opwekking tot de Kumar Kids doorgedrongen dat het tegen deze hoger geklasseerde ploeg beter en vooral geconcentreerder moest. Van acquit af aan voelde men langs de kant dat er vandaag een team stond dat voor elkaar wilde werken en er het beste van zou maken.

Voetballend was er van AMVJ meer te genieten dan van de wat dolende thuisploeg.
Het was derhalve niet onlogisch dat een van de paar fraai uitgevoerde aanvallen via een prima trekbal van Tim Wulffraat door de weer overijverige Zep Fransen in een mooie voorsprong werd omgezet (0-1). Voor rust had het al beslist kunnen zijn, maar in ieder geval één levensgrote kans werd helaas om zeep geholpen.

Snel na rust met een stevige windkracht 6 tot 7 in de rug slaagde Teddy Mijnals er nu wel in een wederom lekkere aanval af te ronden met een gedecideerde binnenloper. Hard werken en geconcentreerd verdedigen voorkwamen in het restant dat de alles of niets spelende tegenstander echt gevaarlijk kon worden. En toen tien minuten voor tijd uitblinker Thijs de Graaff na de beste aanval van de middag met een bekeken schot de pot definitief in het slot gooide, stond Bordeauxrood , toen bekend werd dat de concurrent punten had verspeeld, plots helemaal alleen bovenaan de lijst.

Leuk, maar nog geen reden om nu al “Hosanna” te gaan krijten. Gezien echter de inzet en het spel van vandaag is wel een di(r)k compliment op zijn plaats en daagt een hoopvol gevoel voor een spectaculair vervolg.

Kortom: ondanks de aanvankelijke sores over het parkeren, via de aardige, historisch getinte kout over het stadion, een lekker driepuntig potje voetbal en een iconische voorzitter, die iets minder tevreden maar sportief als altijd op zijn stoeltje in de nazit was geland, heb ik opgewekt mijn karretje uit zijn luxe rustoord bevrijd. Op weg naar boeiende voetbaltijden.

Dirk