393x gelezen

En ziet…het wondertje geschiedde opnieuw…..

In mijn impressie vorige week was “onvoorspelbaarheid” het centrale thema voor een afwisselend voetbalmiddagje op het Loopveld.

Deze zaterdag spelen “mysterieuze krachten in de sport” en een wondertje dat bijna nog tot heus wonder werd gepromoveerd een hoofdrol in het treffen van AMVJ tegen het van oorsprong stokoude (1902) maar na vele fusies door de jaren heen met nieuw levenselan opererende Blauw-Wit/Beursbengels. Gelukkig nog steeds wel onder de immer bezielende leiding van hun voorzittende “Manus van Alles” Han Vermeulen; en in diens gezelschap zijn schier onafscheidelijke kompaan Luc van Bolderick.

Een vertrouwd weerzien ook met “ome Jan Baars”- wie kent hem niet in de regionale voetbalwereld – die met zijn vlagje niet van de zijlijn uitgezwaaid wenst te worden. En aangezien ook uw chroniqueur schijnbaar vileine “Heintje- Davids- trekjes” vertoont, becijferden kekke rekenaars dat er deze middag voor een gros (144) aan jaren grens langs de lijn met de vlag stond te wapperen.

Wat ondergetekende betreft een toch redelijk schokkende ontdekking, die hem zijn criticasters thans plechtig doet beloven dat het vlagje voortaan in het foedraal blijft; en zijn Kop van Jut voorgoed in de materiaalkast verdwijnt.

De Kumar Kids speelden dus voor de tweede week in successie op thuisbasis het Loopveld, in een match die de eerste onheilspellend donkere dagen voor kerst maar ternauwernood doorstond. Onheil(voor)spellend was ook – zo langzamerhand helaas bijna gewoontegetrouw – het brakke spel van het team gedurende de eerste helft. Vanaf het eerste sluitsignaal van de zoals immer gezellige verhalenverteller maar ook heel degelijk leidende heer Beudeker, was het weer hommeles in de AMVJ-gelederen.

Er klopte van voor tot achter geen hout van. Slappe happie in de tackles en ontelbare foute passes typeerden het optreden van de elf startende boys: verbandloos als een lege verbanddoos. Volledig in contrast met de tegenstander, die er wel direct opklapte en lekker druk zettend een immens overwicht creëerde.

Resultaat van dit volledig onevenwichtig en uit het lood geslagen Bordeauxrode gedoe: een rappe 0 -1 achterstand na een volstrekt vrije doortocht van twee bezoekende spitsen. De hoop dat er sprake zou zijn van een – ook al niet ongewone – wake-up call voor het doezelende team van coach Kumar werd nauwelijks bewaarheid in de rest van het eerst bedrijf.

Sterker nog: die leek volledig de bodem ingeslagen toen chaos in de verdediging Roppa Meerhoff tot een heuse zweefduik noodde om te voorkomen dat ook nummer twee de touwen inging.

Helaas verwarde de scheids hem niet met keeper Maksim van Ingen, want hoe virtuoos ook, de hands was overduidelijk en het getoonde rood idem dito. Dus werd het uit de pingel toch nog 0-2; en met 10 man verder te moeten, leek het bij rust al “over en sluiten” en “beter schriftelijk afdoen” voor AMVJ. Toegegeven, deze nog jonge competitie heeft al vaker aangetoond dat dit Bordeauxrode cohort de kunst verstaat om van een (forse) achterstand terug te komen, maar nu…..gedecimeerd en tot dan toe absoluut overklast door een dwingender opponent, lag ook voor de grootste positivist onder de AMVJ-getrouwen een ontgoochelende oorwassing eerder voor de hand.

Echter: wie de belegen maar briljante bestseller van Joris van den Bergh (1941) over mysterieuze krachten in de sport ooit tot zich heeft genomen, denkt en zegt bij voorkeur toch altijd nog: “zeg nooit, nooit”. En wie oprecht in wonderen gelooft, blijft geloven dat “het altijd goed komt”.

Er zijn vele omschrijvingen van dit hoopvolle begrip. Deze twee vind ik wel aardig passen bij hetgeen er in de tweede helft geschiedde: “een indrukwekkende en verstandelijk onverklaarbare gebeurtenis” en “een wonder is een correctie van een oorspronkelijke vergissing” (uit de Cursus in Wonderen). Ik beken bij deze dat ik tegen René, de aanwezige Telegraafjournalist, in de rust het vermoeden van een forsere nederlaag uitsprak (weet u dat vast dat voor het geval hij dit sombere vooruitzicht ook in het krantenverslag opneemt). Maar het ongelijk bleek weer eens volledig aan mijn kant.

Want ziet, het wondertje geschiedde toch……..

Wat Kumar in de thee heeft gedaan of anderszins aan trukendoos heeft opengetrokken tijdens de rust, we zullen het behoudens twee zichtbare wissels niet te weten komen. Maar feit is dat de 10 man AMVJ het beduusder en beduusder toekijkende BL-W/BB met veel verve en elan bij het nekvel greep.

Het boek van Joris van de Bergh kunnen ze in vijftien minuten pauze niet hebben doorgeploegd, maar diens visie werd opnieuw op de mat van het Loopveld bewaarheid: er waren in het tweede bedrijf onvermoede mysterieuze krachten in een collectief knokkende bordeauxrode ploeg gevloeid. Wat in de eerste vijfenveertig minuten niet vooruit te branden was leek nu wel een stoomwals die niets ontziend richting het vijandelijke doel denderde.

En met succes: want het lukte René Boer al snel om de aansluiting te bewerkstelligen (1-2) en niet veel later zorgde Milan de Wijs voor de luid bejubelde gelijkmaker (2-2). In het resterende deel waren de kansen voor de onherkenbare gastheren tegen de – het moet gezegd – nu onbegrijpelijk ploeterende Blauw-Witters (geen Bengels uit de eerste helft meer te bekennen).

Het bleef uiteindelijk bij een wondertje, hoewel de lat nog een keer een heus wonder in de weg stond.

In ieder geval was bij het laatste fluitsignaal van de heer Beudeker de vergissing van het belabberde begin onverklaarbaar maar -oh wonder – wel degelijk volledig gecorrigeerd en werd alsnog een welverdiend punt in de tas gestopt. Hoewel zuur voor Han Vermeulen en zijn vrienden, de nazit was er niet minder gezellig om zoals uit bijgaande foto’s blijkt. En daar is gezien onze lange kameraadschappelijke relatie dan weer niks mysterieus of wonderlijks aan op deze opnieuw gedenkwaardige middag voor

Dirk