Zo’n 2500 jaar geleden leefde er een wijze, Lao Tse, die slechts één geschrift op zijn conto bijgeschreven kreeg: De TAO The Ching. (het boek van de Weg). Een relatief klein geschrift van 81 korte hoofdstukjes over “hoe wij in overeenstemming met TAO (“de bron van alles”) kunnen leven”.
Wees gerust, beste lezer, ik ga u bij het scheiden van de markt niet vermoeien met alle vingerwijzingen die richting geven aan hoe je volgens die principes te werk moet gaan om een staat van balans in jezelf te scheppen die maakt dat je de gebeurtenissen in het dagelijks leven soepeltjes en volledig bewust kunt accepteren.
Leven in het Hier en Nu ( in het moment) en aanvaarden van “het is zoals het is” (“go with the flow”) zijn omschrijvingen die tegenwoordig ook wel worden gebezigd om de mens erop te wijzen dat er meer is tussen hemel en aarde dan wij met onze beperkte denken kunnen bevatten.
Overigens, en dit tot slot en voor de goede orde: de wijze lessen van Lao Tse zijn in de loop der eeuwen door vele geleerden van interpretaties voorzien; en wat precies de oorspronkelijke tekst was, is mij niet geheel duidelijk.
Wie mij nu al van spirituele zweverigheid beticht, het zij zo, maar ik had deze intro nodig om vandaag slechts één van die adviezen wat nader onder de aandacht te brengen. Ik vond die in een vertaling waarin “leiderschap” een extra accent kreeg; en die luidt:
“Als je geen verwachtingen koestert kan geen enkel resultaat een mislukking zijn.”
Het klinkt als een waarheid als een koe maar of we het ook als zodanig ervaren, is een tweede. Ga alleen maar eens na hoe wij ieder in deze tijd van toenemend egocentrisme met onze verwachtingen omgaan.
Als ik eerlijk ben, is het al moeilijk om over een toekomstig iets – een gebeurtenis, een plan, een evenement of noem maar op – dat mij na aan het hart ligt, alleen positieve verwachtingen te koppelen aan het resultaat. En alsjeblieft geen negatieve gevolgen…….
Al op jonge leeftijd krijgen we dit bij wijze van spreken al met de paplepel ingegoten. Voorbeeld, het Sinterklaasliedje: “Zie de maan schijnt door de bomen”, kent een tekstregel die het hart van onze kleintjes vol verwachting doet kloppen over wie de koek krijgt en wie de gard; waarbij “de gard” in het vervolg van het lied als een vrijwel niet bestaande mogelijkheid achteloos terzijde wordt geschoven.
En toch…. de garantie dat het resultaat eens niet volkomen haaks op onze verwachtingen staat kan toch ook niet worden gegeven. Ga ook maar eens na of dat klopt. Bij mij wel.
Zo vaak zelfs dat uw chroniqueur van de capriolen van het Bordeauxrode Kumar cohort zich is gaan afvragen of de hierboven gegeven vingerwijzing, die ongetwijfeld voor velen bepaald geen waarheid als een koe inhoudt, toch een aanbevelenswaardige gedragslijn is.
Laat ik het seizoen van AMVJ Eén als voorbeeld nemen. Degenen die mijn stukjes met enige regelmaat verteren, mogen met mij concluderen dat de vrij oververhitte verwachtingen bij aanvang al vrij snel de koelcel in konden.
Zonder meer een selectie met een hoog percentage aan vakbekwame voetballers, maar blijkbaar moeilijk tot een geoliede machine te boetseren. Resultaten bleven mager en al in de loop van de eerste helft van de rit bleef de toch wel tanende verwachting dat ”het wel beter zou gaan” steken in aanzienlijk puntenverlies.
Zo aanzienlijk dat een kleine opleving aan het eind van de eerste helft nog net genoeg was om niet helemaal naar onder te moeten kijken. Die tussensprint gaf voeding aan de verwachting dat het tweede deel van deze opnieuw bizarre competitie in 2A in een positieve flow zou kunnen worden afgewerkt.
Maar met het vorderen der wedstrijden bleek ook deze verwachting geen hout te snijden. Met de rode streep van de nacompetitie in zicht was er nog enige hoop dat de laatste drie potjes tegen de ondersten de ploeg alsnog een zetje naar het veilige boven zou geven. Maar ronduit smadelijk verlies tegen laagvlieger Weesp trok ook deze strohalm uit de kunstgrasmat.
Nacompetitie geblazen dus.
Wat er met mij aan de hand was, weet ik niet, maar telkens als mij in de vorige weken werd gevraagd wat mijn verwachting was, was steevast het antwoord: “Die heb ik niet, we zullen wel zien”.
En die houding bleef staan tot vanmiddag, toen Bordeauxrood thuis moest aantreden tegen Castricum. Op het eigen kunstgras. Voor mijn doen bleef ik onbewogen toen een nerveus begonnen AMVJ al na een paar minuten met 0-1 achter kwam door een terechte pingel, veroorzaakt door slap ingrijpen van de verdediging.
Castricum deed zijn naam eer aan, als je weet dat de plaatsnaam een aanduiding is dat daar heel vroeger een castra (Latijn voor “legerkamp”) gevestigd was. Tegenwoordig zeggen we prozaïscher: ze parkeerden de bus en probeerden van daaruit met uitvalletjes gevaarlijk te worden. Dat lukte ook nog bijna, maar een kopgoal werd door het onpartijdige en goed acterende trio door de bond aangewezen ordebewaarders terecht wegens buitenspel afgekeurd.
Tussendoor en daarna had de thuisploeg, hardwerkend in de hitte, wel het beste van het spel maar er moest een onverwachte langeafstandspegel van laatste man Burak Sitil aan te pas komen om de rust met 1-1 in te gaan. Daarna was AMVJ ook weer beter maar door matig verdedigen kwamen de bezoekers toch weer op voorsprong (1-2).
Ik keek er vrij neutraal tegenaan en had nog steeds geen verwachtingen omtrent de afloop. Ook niet toen opnieuw Burak Sitil niet lang voor afloop van de reguliere speeltijd een vrije trap poeierhard tot de gelijkmaker promoveerde (2-2).
Verlenging.
En daar gebeurde wat waarschijnlijk niet veel AMVJ-adepten na die late oppepper hadden verwacht: Bordeauxrood ging, moegestreden, alsnog met 2-4 de bietenbrug op. En dat was het dus: Adieu 2A en hallo 3A!
Natuurlijk is degraderen geen sprankelende aangelegenheid en bepaald sneu voor trainers en spelers, maar als je zoals ondergetekende al een poosje bewust geen verwachtingen over klassebehoud hebt gekoesterd, was dit resultaat ook niet persé een mislukking.
Het zat er beide in: behoud en/of afzakken naar een lagere klasse.
Je kunt lang de oorzaken gaan analyseren en met vingers gaan wijzen, maar daarmee verandert er niks meer aan het feit zelf.
Het vizier tijdig richten op de komende competitie, op de opbouw van de selectie van Eén en het helaas ook gedegradeerde Twee, samen de rug rechten en de juiste stappen nemen, is productiever.
En dat zou er best eens toe kunnen leiden dat hetgeen er van het afgelopen seizoen geleerd kan worden, uiteindelijk op de slotsom stuit, dat dit resultaat voor de club juist geen mislukking is geweest maar een les die ook best eens voordelig kan uitpakken.
Cryptisch? Wellicht, maar we zullen dat het komend seizoen gaan zien.
Beste vrienden, dit was mijn laatste oprisping.
Ik wens het team, de trainers en de andere begeleiders, de hondstrouwe zijlijn, de volhardende lezers van mijn frutsels en verder ieder die ik vergeten ben een fijne zomer en, wie weet: tot volgend seizoen.
Het slotakkoord laat ik dit keer over aan Nick Tavenier, de “stille” assistent van Ricky Kumar, die ik de eer gun om dit merkwaardige seizoen definitief in het slot te gooien.
Dirk